"Lamy bereidt koehandel voor in Davos"
Aileen Kwa
25 januari 2008
Binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) worden eind januari nieuwe teksten verwacht met voorstellen om de handel in landbouw- en industrieproducten te liberaliseren. Vertegenwoordigers van kleinere ontwikkelingslanden vrezen dat WTO-baas Pascal Lamy op basis van de teksten geheime onderhandelingen wil voeren met een selecte groep economische zwaargewichten.
Zo’n eerste vergadering met een select clubje van handelsministers is op 26 januari gepland op het Wereld Economisch Forum in Davos. Naar alle verwachting zal daar worden bepaald hoe het verdere onderhandelingsproces zal verlopen.
In de wandelgangen van het WTO-hoofdkwartier in Genève luidt het dat Lamy met de teksten van de voorzitters van de onderhandelingscomités voor de liberalisering van landbouw- en de industrieproducten meteen in de “Green Room” wil. Zo’n Green Room is een geheime onderhandeling met een select clubje van economische grootmachten.
Bovendien stuurt Lamy aan op een “horizontaal proces”, waarbij de voorstellen over de liberalisering van de handel in landbouw- en industrieproducten samen op tafel komen. In een latere fase kan daar de vrijmaking van de dienstensector bijkomen. Dat moet het gemakkelijker maken om een alomvattend akkoord te vinden en de Doha-onderhandelingsronde opnieuw vlot te trekken.
Gemopper aan de zijlijn
Vertegenwoordigers van ontwikkelingslanden die normaal gezien niet worden uitgenodigd voor de Green Room zien de bui al hangen. “Lamy en – in zekere mate – de Europese Unie willen met de herziene onderhandelingsteksten meteen de Green Room in. Dat wordt gevaarlijk. Wij denken dat de teksten eerst opnieuw aan de leden moeten worden voorgelegd voor een eventuele tweede revisie.”
“Lamy denkt dat de technische mensen in Genève gedaan hebben met hun discussies. Hij wil geen onderhandelingssessies meer over één enkel thema. We zijn het daar niet mee eens”, zegt een andere onderhandelaar.
“We zeggen al jaren dat de onderhandelingen binnen de WTO niet inclusief en transparant genoeg zijn”, zegt een Afrikaanse onderhandelaar, “Dat is precies wat er gebeurt als je een selectie van 30 delegaties laat beslissen over de belangrijke zaken en de rest van de leden maar ja te knikken heeft.”
Wat doen de VS ?
Ondanks de vooruitgang blijven er over tal van thema’s grote meningsverschillen bestaan. De WTO-leden zijn nog geen stap dichter bij een akkoord over hoeveel de Verenigde Staten hun concurrentievervalsende subsidies voor de landbouw moeten verminderen. Het is ook niet duidelijk in welke mate ontwikkelingslanden een uitzondering mogen maken voor de liberalisering van gevoelige landbouwproducten, de zogenaamde “special products”. Er bestaat ook onenigheid over de “Green Box”, een verzameling van Amerikaanse en Europese landbouwsubsidies die de handel niet zouden vervalsen en dus “legaal” zijn volgens de regels van de WTO.
Over enkele thema’s die vooral kleine ontwikkelingslanden interesseren, hoor je bijna niets meer. Over eerlijke regels voor de handel in katoen bijvoorbeeld, of over compensaties voor het wegvallen van preferentiële handelsakkoorden tussen arme en rijke landen.
Veruit het grootste vraagteken is wat Washington gaat doen. “Als de EU en de VS vasthouden aan hun eis voor een flinke reductie van de tarieven voor de handel in industriegoederen (NAMA), moeten de VS meer doen om hun landbouwsubsidies af te bouwen”, zegt een onderhandelaar, “De twee zijn met elkaar verbonden.”
Een vertegenwoordiger van een grote ontwikkelingseconomie maakt zich zorgen over de groeiende neiging van de VS om alleen naar zichzelf te kijken. “Het lijkt er niet op dat ze bereid zijn flink te gaan snoeien in hun landbouwsubsidies. Ze plaatsen hun nationale belang steeds meer op de eerste plaats, ook al hebben ze de mond vol van bilaterale en multilaterale onderhandelingen. Daar is niets mis mee, maar we zijn met de Doharonde begonnen om het handelssysteem te veranderen ten voordele van ontwikkelingslanden. Er is een groeiende tendens om ons als gelijken te behandelen, alsof we even sterk zijn. Dat is een groot probleem.”