Landbouwcollectief is duw in de rug voor jonge Senegalese boeren
Koffigan E. Adigbli
28 maart 2012
Een gemeenschappelijk Senegalees, Spaans en Marokkaans initiatief stimuleert de Senegalese jeugd om te investeren in de plaatselijke landbouw. Daardoor neemt de plattelandsvlucht én de clandestiene migratie naar Europa af.
Darou Ndoye aan de Westkust van Senegal is zo’n typisch dorpje dat vroeger massaal werd ontvlucht door jongeren, op zoek naar een betere toekomst in de stad of in overzees Europa. Vandaag werken veertig jongeren hier op het land van een boerderij en bewijzen hoe de juiste ondersteuning rendabel werk oplevert in landelijk Senegal.
De boerderij werd in 2008 heringericht, als onderdeel van het overheidsprogramma Terugkeer naar de landbouw (REVA). Vandaag toont men hier trots het boorgat voor een dieselpomp die een installatie voedt die tien hectaren grond met water besprenkelt. Een klein spilsysteem breidt de irrigatie met nog eens 5 hectaren verder uit.
Het REVA is een initiatief uit 2006 om de voedselonzekerheid en de werkloosheid in te dijken door private onderneming in de landbouw te stimuleren. Een expliciet onderdeel van het programma is om de jeugdmigratie van de landelijke naar de stedelijke gebieden in Senegal en de clandestiene migratie naar Europa te verminderen. Daarom kreeg het programma vanaf het begin de substantiële steun van de Spaanse en de Marokkaanse overheden.
80 ton paprika, 150 ton tomaten
De jongere landbouwers zijn ingedeeld in twee economische belangengroepen – een soort van collectief - die elk verschillende groenten produceren. “Deze producten vinden hun weg naar de lokale markt en ook naar buurlanden zoals Mali en Gambia”, zegt Mbaye Ndiaye (34), voorzitter van de beide groepen.
De veertig landbouwers van deze boerderij zetten met succes een aantal kweektechnieken in die hen in staat stellen om ook buiten het seizoen goed te produceren. Vorig jaar was dat volgens Ndiaye goed voor 80 ton paprika, 150 ton tomaten, 200 ton kool, 250 ton aardappelen en 155 ton wortelen. “Dat leverde ons zo’n 41.000 euro winst op, of een goeie 1000 euro per lid.”
Geen betere manier om armoede te bestrijden
“Dit dorp was was altijd een belangrijke uitvalsbasis van waaruit jongeren clandestien naar Europa vluchtten. Maar dankzij de inkomens die voortvloeien uit de Darou Ndoye boerderij kunnen we onszelf voeden, onderhouden en de kinderen naar school sturen”, zegt Adja Aïda Cissé. Ze is raadslid en voorzitster van een plaatselijke unie voor de ondersteuning van landbouwersvrouwen. “Er is geen betere manier om armoede te bestrijden”.
Toch kunnen de arbeiders nog niet helemaal op hun lauweren rusten en blijven er grote uitdagingen bestaan voor de boerderij. Papa Guèye, die zelf ooit een vruchteloze poging ondernam om met een kleine visserssloep Spanje te bereiken, werkt sinds het begin van het project op de boerderij. Hij klaagt over de hoge kostprijs van de meststoffen, zo’n 2,2 euro per hectare voor kippenmest en 1 euro voor koeienmest. Landbouwer Saliou Mbaye, klaagt over de hoge kostprijs van de diesel voor de pomp. “Om de vier dagen kost ons dat zo’n 240 euro voor 200 lieter diesel, vertelt hij. “We hebben ook behoefte aan tractoren en meer water om de boerderij uit te breiden en de productie op te drijven, want de vraag is groot vanuit Mali, Mauretanië en Gambia.”
Volgens de woordvoerder van REVA, El Hadji Malick Sarr, zijn er in vijf jaar tijd al op 23 boerderijen teams van jonge Senegalezen aan de slag zijn gegaan. In totaal zijn er 1.700 hectaren grond ingericht met irrigatiesystemen en 7000 banen gecreëerd.