Landroof leidt tot meer honger in de wereld
IPS
30 mei 2014
Er is steeds meer honger in de wereld omdat kleine boeren hun grond kwijtraken. Zij produceren wereldwijd het meeste voedsel, maar worden steeds verder teruggedrongen, blijkt uit een nieuw rapport. Grote ondernemingen, biobrandstofbedrijven en speculanten kopen de grond massaal op.
Een kleinschalige rijstverbouwer in Oeganda
Andy Kristian Agaba (CC BY-NC-ND 2.0)
“Kleine boeren raken in sneltreinvaart hun grond kwijt. Er is een omgekeerde landhervorming gaande”, zegt Henk Hobbelink, coördinator van GRAIN, een internationale non-profitorganisatie die kleine boeren steunt. GRAIN publiceerde het rapport gisteren (donderdag).
“De grote meerderheid van gezinsbedrijven heeft tegenwoordig minder dan twee hectare land ter beschikking, en dat aandeel blijft dalen”, zegt hij. “Als we niets doen om die trend te keren, zal de wereld de capaciteit om zichzelf te voeden verliezen.”
Het rapport Hungry for Land komt met nieuwe cijfers die laten zien dat kleine boerenbedrijven minder dan 25 procent van de landbouwgrond in de wereld gebruiken. Desondanks leveren zij het meeste voedsel in de wereld, omdat ze vaak productiever zijn dan grote bedrijven.
Als alle boerderijen in Centraal-Amerika dezelfde opbrengst zouden hebben als de kleine boeren in de regio, zou er drie keer meer voedsel geproduceerd worden, staat in het rapport.
Realistisch cijfer
2014 is het Internationaal Jaar van de Familiale Landbouw. De VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en veel landbouwexperts erkennen dat kleine boeren belangrijk zijn voor de voedselproductie in de wereld. Maar ze overschatten de oppervlakte land die bewerkt wordt door deze kleine boeren, zegt Hobbelink. “Ik kon het niet geloven, toen ik hoorde dat de FAO beweerde dat 70 procent van de landbouwgrond beheerd wordt door kleine boeren. Dat is in tegenspraak met al onze ervaringen met kleine bedrijven wereldwijd.”
Onderzoekers van GRAIN werkten bergen data en statistieken uit elk land door en analyseerden informatie over eigendom van de grond. In veel landen is het erg moeilijk om te bepalen wie eigenaar is van de landbouwgrond en er bestaan verschillende definities van ‘kleine boerenbedrijven’ en ‘familiebedrijven’. Sommige grote landbouwondernemingen zijn ook familiebedrijven.
“In ons rapport leggen we uit hoe we de analyse hebben gedaan. We hebben onze bevindingen naast andere bronnen gelegd en denken dat ons cijfer realistischer is dan het FAO-cijfer”, zegt hij.
Westerse markten
Frederic Mousseau, beleidsdirecteur bij het Oakland Institute, een Amerikaanse denktank, zegt dat de uitkomsten van het rapport overeenstemmen met onderzoeksresultaten van zijn instituut. Kleine boeren kunnen volgens hem de toekomstige 9 miljard mensen op aarde voeden, als ze voldoende land hebben. “Het huidige wereldwijde voedselsysteem is gericht op het leveren van brandstoffen en voedsel aan westerse markten”, zegt hij. “Niet op het voeden van zoveel mogelijk mensen.”
Zimbabwe kreeg in 2000 hevige kritiek te verduren van de internationale gemeenschap omdat het land onteigende en aan kleine boeren gaf. Volgens Elizabeth Mpofu, coördinator van La Via Campesina, leveren die boeren nu 90 procent van de voedselgewassen in het land. Voor 2000 was dat 60 tot 70 procent. “Er zijn nu meer vrouwen die zelf grond bezitten. En dat is overal de sleutel tot voedselsoevereiniteit”, zegt Mpofu.
Voedselcrisis
Sinds de voedselcrisis in 2008-2009 wordt overal in de wereld landbouwgrond opgekocht door investeerders, zegt Mousseau. De grondprijzen zijn op veel plaatsen gestegen. “Amerikaanse bedrijven worden steeds vaker gerund door managers die werknemers inhuren, geen boeren”, zegt hij.
Investeerders zien landbouwgrond als een veilige investering, vooral in de VS, waar miljarden aan landbouwsubsidies worden gegeven. Naar verwachting zal in de komende twintig jaar bijna de helft van de Amerikaanse landbouwgrond in andere handen overgaan, met name als gevolg van pensionering van boeren. Institutionele investeerders zitten klaar om die grond te kopen, staat in het rapport.
Dat is slecht nieuws voor de voedselproductie, het milieu en de economie. De VS en veel andere landen geloven de propaganda van de agribusiness dat commerciële, grootschalige bedrijven nodig zijn om de wereld te voeden, banen te creëren en de economie te laten groeien, zegt Mousseau. “Het overheidsbeleid zou juist gericht moeten zijn op het steunen van kleine boeren, niet op het stimuleren van grootschalige landbouw.”
Het harde bewijs uit veel studies laat zien dat kleine boeren die op agrobiologische wijze werken, meer voedsel produceren, de bodem en het water beschermen, een veel lagere CO2-uitstoot hebben en zorgen voor een hogere levensstandaard, zegt Hobbelink. “Bij kleine boeren krijgt elke hectare de volle aandacht en zorg.”