'Laten we het eens hebben over diepblauwe koolstof'
Meer opslagcapaciteit CO2 in zee dan op land
IPS / Alison Kentish
14 juni 2023
Om CO2 maximaal uit de atmosfeer te halen en op te slaan, kijken we al lange tijd hoopvol naar ecosystemen aan de kust, zoals mangroven en zeegras. Ook de volle zee blijkt heel wat onbenut potentieel in zich te dragen, zeggen wetenschappers.
Bijna de helft van de wereldbevolking leeft in kustgebieden. Voor eilanden in de Stille Oceaan en Caribische eilanden zoals bijvoorbeeld Dominica, waar tot 90% van de bevolking aan de kust woont, is de oceaan van fundamenteel belang om te overleven. Van visserij tot toerisme en scheepvaart, het water dat 70% van de planeet bedekt, is voor velen een essentiële levensader.
Oceaan cruciaal voor klimaat
De oceanen hebben nog veel meer te bieden. Ze regelen ons klimaat en zijn cruciaal in de strijd tegen de klimaatverandering. Onderzoekers betreuren het al lang dat belangrijke internationale akkoorden deze hulpbron, die de helft van de zuurstof op aarde produceert en 90% van de overtollige warmte van broeikasgassen absorbeert, niet voldoende wordt erkend.
Hoewel het mechanisme om koolstof op te vangen en op te slaan steeds meer aandacht krijgt, zeggen onderzoekers dat er nog te vaak enkel wordt gekeken naar de oplossing die kustecosystemen zoals mangroven, zeegras en zoutmoerassen kunnen bieden, en die de ‘blauwe koolstof aan de kust’ wordt genoemd.
‘De diepe oceaan is van cruciaal belang om ons te beschermen tegen een snel veranderend klimaat.’
De bescherming en het behoud van ecosystemen met blauwe koolstof aan de kust is effectief erg belangrijk vanwege de vele bijkomende voordelen die ze bieden voor biodiversiteit, waterkwaliteit en kusterosie. Er worden ook aanzienlijke hoeveelheden koolstof opgeslagen in de sedimenten eronder.
Onderzoekers zijn blij met de aandacht voor oceaanoplossingen in de strijd tegen de klimaatverandering, maar ze vinden ook dat het debat - samen met data, investeringen en het betrekken van het publiek - veel verder moet gaan dan alleen blauwe koolstof aan de kust. Zo zijn er onder meer een groep wetenschappers van de Universiteit van Dalhousie in Canada, die de drijvende kracht vormen achter samenwerking, financiering en geavanceerd onderzoek naar de grootste koolstofput op aarde, en die bevindt zich in volle zee.
De diepe oceaan
‘Het is gemakkelijk om de oceaan te bekijken door aan de rand ervan te staan en te observeren wat er allemaal uitkomt van vis en zeewier, naast de mogelijkheden van het strand als onze economische en recreatieve ruimte’, zegt Mike Smit, professor en wetenschappelijk directeur van het Ocean Frontier Institute (OFI) aan de Universiteit van Dalhousie. ‘Maar wat er daaronder nog allemaal is, de massa die je de diepe oceaan zou kunnen noemen, wordt minder bestudeerd. Het is een zone die moeilijker te bereiken is en niet onder nationale jurisdictie valt.’
Het instituut waar Smit voor werkt is vooral in dat deel van de oceaan geïnteresseerd. ‘Hoe koolstof van het oppervlak en van kustgebieden naar een langetermijnopslag in de diepte gaat, is een essentieel proces dat we beter moeten begrijpen’, legt hij uit. ‘We weten dat deze diepe opslag meer dan 90% bevat van de totale hoeveelheid koolstof die in de oceaan is opgeslagen. De diepe oceaan is dus van cruciaal belang om ons te beschermen tegen een snel veranderend klimaat.’
Diepblauwe koolstof
Volgens zijn collega bij het OFI, Anya Waite, moet de term ‘diepblauwe koolstof’ een gangbaar begrip worden - en snel. Ze vindt dat het negeren van ‘s werelds grootste opslagplaats van koolstof in klimaatoplossingen ertoe heeft geleid dat de kwestie nu ‘echt urgent’ is geworden.
Met het onderzoeksprogramma Transforming Climate Action schuift het instituut de oceaan prominent naar voren in de strijd tegen klimaatverandering.
‘De oceaan moet veel meer aandacht krijgen, en niet als slachtoffer zoals dat meestal het geval is. Er is de verzuring van de oceaan, verlies van biodiversiteit en vervuiling, maar in feite is de oceaan de belangrijkste klimaatactor. Het is tijd om het narratief te veranderen en te begrijpen dat de oceaan belangrijk werk voor ons doet en dat we dat werk nog beter moeten leren begrijpen’, zegt Waite.
Belangrijk, maar onbegrepen
Het OFI zet in op onderzoek naar oceanen en mariene ecosystemen als een strategisch, veilig en duurzaam middel om klimaatverandering af te remmen.
‘Als we de oceaan niet grondig bestuderen hebben we geen goed voorspellingssysteem voor belangrijke weerfenomenen die verzekeringsmaatschappijen, regeringen en het leger allemaal moeten begrijpen om ons veilig te houden.’
Zo is er bijvoorbeeld nog weinig kennis van hoe natuurlijke processen voor CO2-opslag in de oceaan precies werken, en welke eventuele valkuilen die werking zouden kunnen afremmen. De wetenschappers willen die snel mogelijk in kaart brengen en begrijpen.
Volgens Waite is de opslagcapaciteit van de oceaan immers beter dan eender welke andere optie op land om koolstof uit de atmosfeer te verwijderen. De oceaan haalt meer CO2 uit de atmosfeer dan alle regenwouden op aarde bij elkaar. Waite geeft wel toe dat de oceaan fysiek een complexer systeem is, waardoor de opslag van koolstof en het garanderen van de duurzaamheid van de koolstofputten moeilijker is.
Daarom vindt het team het zo belangrijk om de volledige reikwijdte van de koolstofabsorberende functies van de oceaan te begrijpen en in een volgende fase te bespreken met beleidsmakers, de financiële wereld en de verzekeringssector. ‘Als we de oceaan niet grondig bestuderen hebben we geen goed voorspellingssysteem voor cyclonen, hittegolven en andere belangrijke weerfenomenen die verzekeringsmaatschappijen, regeringen en het leger allemaal moeten begrijpen om ons veilig te houden. Er zijn echt gegronde maatschappelijke redenen om dit werk te doen.’
Samen met de industrie
Het OFI wil niet alleen het beleid, maar ook de industrie op de hoogte brengen van de onderzoeksgegevens en de innovatieve voorstellen die ze van daaruit formuleren.
‘We proberen meer samen te werken met de industrie om een aantal van de innovaties die onze onderzoekers ontwikkelen te presenteren en samenwerking met de sector daarrond aan te gaan’, zegt Eric Siegel, chef Innovatie bij OFI.
‘Bedrijven die koolstof verwijderen zullen bijvoorbeeld koolstofkredieten te gelde willen maken omdat ze de koolstof moeten vastleggen. Dat vergt innovatie en investeringen. Bedrijven kunnen op die manier inkomsten genereren door iets goeds te doen voor het klimaat. Het verandert ook wat bedrijven de afgelopen decennia hebben gedaan: groene donaties om hun extractieve of niet-milieuvriendelijke technologieën te compenseren. Dit is een leuke verandering in vergelijking met het oude model’, zegt Siegel.
Koolstofcredits
Volgens hem zijn er vandaag nog te weinig blauwe koolstofcredits die te gelde worden gemaakt, terwijl er wel een enorme markt voor is.
‘Ik denk dat dit het decennium wordt om de wetenschap en de technische innovatie op punt te zetten alsook de marktplaatsen op te zetten, zodat bedrijven aan het eind van dit decennium klaar staan om actief te beginnen met het veilig verwijderen van koolstof en koolstofcredits te genereren.’
‘De gegevens die we verzamelen, mogen niet op het bureau van de wetenschappers blijven liggen. We moeten ze de wereld in krijgen, zodat mensen begrijpen dat er nog mogelijkheden zijn.’
‘Let wel’, zegt hij, ‘we hebben niet de luxe om te zeggen: oké, we hebben de wetenschap, laten we vervolgens aan de technologie werken. Oké, de technologie is goed, laten we aan de markt werken. De markt is onderzocht, laten we nu werken aan de investering. Om dan, als dat allemaal op punt staan, het beleid te benaderen. We moeten dit allemaal tegelijk doen - veilig en verantwoord - maar wél nu.’
Het OFI werkt nauw samen met de waakhond over de oceanen, het Global Ocean Observing System, dat aanbevelingen doet aan landen en aan de Verenigde Naties.
‘Elk land dat zeeën en oceanen observeert, is welkom om zich bij dit netwerk aan te sluiten’, zegt Waite die het belang benadrukt van het delen van gegevens voor het succes van de samenwerking.
‘De gegevens die we verzamelen, mogen niet op het bureau van de wetenschappers blijven liggen. We moeten ze de wereld in krijgen, zodat mensen begrijpen dat er nog mogelijkheden zijn.’