Latijns-Amerikaanse olieproducenten winnen nauwelijks bij oorlog in Irak

Nieuws

Latijns-Amerikaanse olieproducenten winnen nauwelijks bij oorlog in Irak

Humberto Márquez

03 maart 2003

De olieproducerende landen in Latijns-Amerika zullen niet bijzonder rijk worden door de stijgende petroleumprijzen die een oorlog in Irak zal meebrengen. Dat zeggen experts in Venezuela, de grootste producent in de regio.

Er bestaat geen twijfel dat de oorlog er komt, en wanneer hij uitbreekt zullen de meeste ontwikkelingslanden problemen ondervinden met de brandstofbevoorrading en door de hoge olieprijzen, voorspelt Maruja Tarre, een Venezolaans Midden-Oostenkenner en petroleumexpert. De olieproducerende landen kunnen op twee oren slapen, maar een goudmijntje wordt de oorlog voor de meeste van die landen waarschijnlijk niet. Volgens Humberto Calderón, de voormalige voorzitter van het Venezolaanse staatsoliebedrijf PDVSA, zullen met name de olieproducerende landen in de Cariben en Latijns-Amerika nauwelijks voordeel doen bij de hogere prijzen en de toenemende vraag. Als de oorlog snel voorbij is, zal de prijs algauw weer dalen, en misschien wel voor langere tijd laag blijven. Maar zelfs als het conflict aansleept en de olieprijzen de pan uitswingen, zal de winst beperkt blijven. De meeste Latijns-Amerikaanse producenten kunnen niet snel meer olie bovenhalen.

Venezuela, de grootste exporteur van Latijns-Amerika en het enige land in de regio dat deel uitmaakt van de Organisatie van Olieproducerende Landen (Opec), kampt met grote interne problemen. Tot november vorig jaar haalde Venezuela dagelijks 3 miljoen vaten van 159 liter boven - een kwart meer dan de maximale productie van Irak - waarvan de helft naar de VS werd uitgevoerd. Maar in december en januari legde een staking tegen president Hugo Chávez de Venezolaanse oliesector zo goed als lam. Nu de staking achter de rug is, begint de productie weer toe te nemen. De regering zegt dat er alweer 2 miljoen vaten per dag worden bovengehaald en dat die hoeveelheid deze maand zal stijgen tot 2,5 miljoen vaten. Analisten geloven dat die cijfers overdreven zijn. De voormalige stakers zeggen dat Venezuela nog niet meer dan 1,5 miljoen vaten produceert. In elk geval kan Venezuela niet langer beschouwd worden als een betrouwbare leverancier, aldus Calderón.

De overige lidstaten van de Opec draaiden hun kranen in december en januari verder open om de weggevallen aanvoer vanuit Venezuela te compenseren, maar daaruit bleek dat het kartel dicht bij zijn productieplafond zit. De Opec levert 26 van de 77 miljoen vaten die per dag in de wereld worden aangekocht, en kan die hoeveelheid volgens experts met maximaal twee à drie miljoen vaten opschroeven. Ook de producenten buiten de Opec hebben niet veel speling, en dat geldt zeker voor Latijns-Amerika.

Mexico haalde in 2002 per dag gemiddeld 3,1 miljoen vaten boven, maar kan op korte termijn maar 100.000 vaten beter doen, zegt Energieminister Ernesto Martens. De stijgende wereldvraag heeft de regering wel plannen doen smeden om de productiecapaciteit op langere termijn op te vijzelen tot 3,5 miljoen vaten per dag. 1,8 miljoen daarvan zijn bestemd voor de export, waarvan 70 procent naar de VS zullen gaan, stel Raúl Muñoz Leos, de voorzitter van Petróleos Mexicanos (PEMEX).

Brazilië pompt elke dag 1,5 miljoen vaten op en is daarmee na Venezuela en Mexico de grootste producent in de regio. Maar het land verbruikt 1,8 miljoen vaten per dag en is dus een netto-importeur. Argentinië, met een dagelijkse productie van 818.000 vaten één van de middelgrote olielanden in Latijns-Amerika, kan maar 335.000 vaten uitvoeren. Beide landen vrezen de economische weerslag van stijgende brandstofprijzen in eigen land.

Kleinere economieën als Ecuador en Colombia, die het grootste deel van hun olieproductie uitvoeren, kunnen in theorie meer winst maken. Het straatarme Ecuador produceert meer dan 400.000 vaten per dag, en zou in relatieve termen de beste zaak doen. Voor Colombia komt de oorlog drie jaar te laat; de dagelijkse productie is er teruggevallen van 800.000 vaten in 1999 tot 570.000 vaten in 2002 - een gevolg van uitblijvende investeringen en de onophoudelijke aanslagen van de linkse guerrilla op olie-installaties. Toch leverde de uitvoer van olie Colombia vorig jaar nog 4,7 miljard dollar op.

Als het conflict in Irak aansleept en de olieprijzen voor langere tijd hoog blijven, zijn volgens de Venezolaanse expert Tarre ook politieke gevolgen voor Latijns-Amerika niet uit te sluiten. “Zowel de VS als Brazilië zouden echt kunnen beginnen aan te dringen op een oplossing van het conflict (tussen de regering en de oppositie) in Venezuela.”