Lente komt al 16 dagen vroeger in noordpoolgebied

Nieuws

Lente komt al 16 dagen vroeger in noordpoolgebied

Lente komt al 16 dagen vroeger in noordpoolgebied
Lente komt al 16 dagen vroeger in noordpoolgebied

IPS

05 maart 2018

Hoe noordelijker je gaat, hoe vroeger de lente begint. In het noordpoolgebied begint de lente al 16 dagen vroeger dan 10 jaar geleden.

Public domain (CC0)

Public domain (CC0)​

Hoe noordelijker je gaat, hoe vroeger de lente begint. In het noordpoolgebied begint de lente al 16 dagen vroeger dan 10 jaar geleden.

Door de klimaatverandering komt de lente elk jaar vroeger. Maar niet overal ter wereld schuift de lente even snel op.

Per 10 graden noorderbreedte arriveert de lente vier dagen vroeger dan tien jaar geleden. Dat is drie keer zoveel als vorige studies aangaven.

Onderzoekers van de University of California-Davis stelden vast dat de lente vroeger begint naarmate je dichter bij de Noordpool komt. Ze ontdekten er een systeem in: per 10 graden noorderbreedte arriveert de lente vier dagen vroeger dan tien jaar geleden. Dat is drie keer zoveel als vorige studies aangaven.

In Los Angeles komt de lente een dag vroeger dan een decennium geleden, in Chicago vier dagen vroeger en in het noordpoolgebied zelfs zestien dagen vroeger.

Bevestiging

‘Deze studie bevestigt waarnemingen die al jaren circuleren bij wetenschappers en in populaire rapporten’, zegt hoofdauteur Eric Post. ‘De lente komt inderdaad vroeger, en in het noordpoolgebied schuift de lente sneller op dan op lagere breedtegraden. Onze studie voegt daaraan toe dat dergelijke verschillen verband houden met een snellere lenteopwarming op hogere breedtegraden.’

Voor de studie bekeken de onderzoekers onder meer wanneer vogels gingen migreren, bloemen gingen bloeien en bomen weer bladeren kregen. Ze analyseerden ook 743 vroegere publicaties over de opschuivende lente; die bevatten gegevens over een periode van 86 jaar in het noordelijk halfrond.

Problemen voor trekvogels

Voor trekvogels kan de opschuivende lente problemen geven.

‘Op welke aanwijzingen ze ook afgaan om in de lente naar het noorden te trekken, als het begin van de lente op deze hogere breedtegraden wordt versterkt door toekomstige opwarming, zijn dat misschien geen betrouwbare voorspellers van de beschikbaarheid van voedsel wanneer ze eenmaal daar zijn’, zegt Post. ‘De planten en insecten die ze zullen eten wanneer ze aankomen, komen sneller tevoorschijn dan op de lagere breedtegraden waar ze vertrekken.’