Libanese christenen in het nauw

Nieuws

Libanese christenen in het nauw

Roxana Saberi

08 augustus 2006

Libanese christenen zeggen dat ze zich gevangen voelen in een oorlog waarbij ze veel te verliezen hebben. "Het is een uiterst verraderlijke situatie", zegt Elie Fawaz, christen en politiek analist in Beiroet. "Als je tegen de oorlog bent en Hezbollah niet steunt, word je gezien als een verrader en iemand die hier niet thuishoort."

In de meeste Libanese regio’s die Israël bestookt - het zuiden en het oosten van het land en Zuid-Beiroet - wonen vooral sjiitische moslims. Israël zegt dat het de bevoorradingslijnen van Hezbollah probeert af te snijden om zo de sjiitische militante groep te dwingen op te houden raketten af te vuren naar Noord-Israël.

Verder uit elkaar?

Zestig tot 70 procent van de vier miljoen Libanezen is moslim. De rest van de bevolking bestaat grotendeels uit christenen. Veel van hen zijn op de vlucht gejaagd. De oorlog is volgens de christenen een bedreiging de stabiliteit in een land, waar nog maar zestien jaar geleden een einde kwam aan de burgeroorlog.

“Veel jonge Libanezen beschouwen zichzelf eerder als Libanees dan als moslim of christen”, zegt de 32-jarige Michel. “Als je zaken doet maakt het niet uit welke godsdienst iemand aanhangt. Maar de huidige oorlog dreigt tegenstellingen weer op scherp te zetten”.

Religieuze groepen zijn in Libanon al lang de basis van de machtsverdeling. Het Nationale Pact van 1943 voorzag een christelijke president, een soennitische moslim als premier, en sjiitische moslim als voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Het legde ook vast dat de verhouding tussen parlementszetels zes christenen voor elke vijf moslims zou zijn. Het vredesakkoord zestien jaar geleden kende moslims en christenen evenveel parlementszetels en beperkte de macht van de christelijke president ten voordele van de soennitische moslimpremier.

Het zou te eenvoudig zijn te beweren dat moslims voor, en christenen momenteel tegen de Hezbollah zijn. Zowel vanuit soennitische als sjiitische hoek werd de afgelopen weken kritiek op de Hezbollah geuit. Maar de kloof tussen christenen en moslims is wel breder geworden.

Of juist nader tot elkaar?

Althans, dat zeggen sommigen. Anderen, zoals de 38-jarige Yusef Yaqub, beweren dat de aanhoudende aanvallen van Israël de eenheid en de steun aan Hezbollah juist versterken. “Het spreekt vanzelf dat we elkaar moeten helpen en ons verzetten tegen Israël”, zegt hij.

Sjeik Ahmed Sadeq, een sjiitische mslimgeestelijke uit de zwaar getroffen zuidelijke stad Nabatiye, gelooft dat het conflict de Libanese christenen en moslims dichter bij elkaar kan brengen. “Het bewijs is dat de christenen - niet allemaal maar wel velen - de moslimvluchtelingen uit andere dorpen helpen. Zij maken zich niet druk over religieuze verschillen.”

Volgens de christelijke analist Fawaz steunt de Libanese Kerk het zevenpuntenplan van de Libanese regering. In dat plan pleit de regering onder meer voor een onmiddellijk staakt-het-vuren gebaseerd op Israëlische terugtrekking, vrijlating van Libanese en Israëlische gevangenen en een sterke internationale VN-troepenmacht in Zuid-Libanon.

Generaal Michel Aoun, een voormalige bevelvoerder van het Libanese leger en nu een invloedrijk christelijk parlementslid, verzet zich echter tegen de komst van een VN-macht in Libanon. Die zou volgens hem de spanningen tussen de bevolkingsgroepen weer kunnen doen oplaaien. In tegenstelling tot andere Libanese christelijke leiders is hij voorstander van een alliantie met de Hezbollah om de voedingsbodem voor interne conflicten te beperken. (ADR/JS)