Met twee latino topacts nam de festivalzomer op 25 juni een gesmaakte start op het Afro-Latino Festival. De merengue van Juan Luis Guerra en reggaeton van Calle 13 toverden een miezerig en bewolkt Bree om tot een tropische setting.
Redemption song van Bob Marley gecovered in balladversie door een klasssiek geschoolde muzikant op elektrische cello. Ziedaar het eerste kippenvelmoment van Afro-Latino, met dank aan de reggaeband Third World. Het groen-geel-rood getooide gezelschap staat al drie decennia op de planken en is bekend van zijn hit Now that we Found Love. In Bree liet Third World zich verder ook opmerken door een straffe djembésolo van de drummer-percussionist. Aan aanstekelijke ritmes dan ook geen gebrek op Afro-Latino.
Nog ’n andere constante: goedgevulde podia. Heel wat bands speelden met meer dan tien muzikanten; vaak zorgden de ritme- en blazerssecties voor het nodige vuurwerk. Combineer dat met hangmat-kiosken, Marokkaanse thee en chicha (waterpijp), drie podia met nét niet te veel publiek, een wereldmarktje en een heus kinderdorp, en je bent op Afro-Latino. Op dertien jaar tijd is het festival uitgegroeid van een uit de hand gelopen barbecue tot een vaste waarde in het wereldmuziekcircuit van de Lage Landen. Op zaterdag klokte Afro-Latino af op 9.000 bezoekers, aldus woordvoerder Kristof Henseler.
Wereldberoemd
In afwachting van Juan Luis Guerra trad La Sucursal S.A. op het zijpodium (de Pampero stage) aan, een Colombiaanse salsa brava-groep uit Barcelona. Met een cover van Michael Jacksons Thriller in salsa-jasje had de band meteen de hele tent op zijn hand.
22u20, plots gaan voor het hoofdpodium honderden digitale camera’s in de lucht. Entra Juan Luis Guerra, een boomlange kerel in leren jasje en petje, met charisma van hier tot Santo Domingo. Twee uur merengue en bachata, gebracht door virtuose solisten, meer was niet nodig om de hele hoofdtent aan het shaken te krijgen. De stroomonderbreking van een kwartier in het midden van het concert kon daarbij de pret niet drukken.
Guerra pakte tijdens zijn eerste optreden ooit in België uit met heel wat hits, van Ojala que llueva cafe over Te regalo una rosa tot uiteraard Burbujas de Amor, het nummer dat hem in 1991 eensklaps wereldberoemd maakte. ‘Waar zitten hier de latino’s?’, riep Guerra, waarop zowat een derde van de tent de handen omhoog stak. Van de eerste tot de laatste noot zongen ze Guerra’s nummers mee. Indrukwekkend.
Grofgebekt
In de vroege uurtjes mocht het Puerto Ricaanse Calle 13 de festivaldag afsluiten. Het maakte meteen zijn reputatie waar als een van Latijns Amerika’s spannendste bands van het moment. Frontman Rene “Residente” Perez –in gespierd, getaoeëerd en ontbloot bovenlijf– schuwde geen grofgebekte schuttingtaal in zijn soms razendsnelle teksten. Maar tegelijk ging hij kritische politiek-sociale boodschappen niet uit de weg. ‘We need more education because the violence is getting fucked up in Latin America’, zei Perez, waarop zijn band La Bala inzette. Een ander nummer werd opgedragen aan ‘de migranten die naar het noorden gaan’.
Zelf noemen ze hun muziek música urbana, maar eigenlijk valt Calle 13’s mix van reggaeton, rock, merengue, tango en meer gewoon niet onder een noemer te vatten. Gesmaakt werd hun set alleszins –tijdens Fiesta de Locos leek het even of de hoofdtent collectief gek werd. Missie geslaagd.