Linkse Lula en rechtse Fox duelleren om regionaalleiderschap
Diego Cevallos en Mario Osava
01 juni 2003
Het clubje van rijke landen, de
G8, viert in Frankrijk haar jaarlijkse feest. Ditmaal zijn ook de
Braziliaanse en Mexicaanse presidenten te gast, als vertegenwoordigers van
Latijns-Amerika. Beiden komen met voorstellen en verzoeken van de regio,
maar ze hebben elk ook hun eigen verborgen agenda.
Van zondag tot dinsdag houden de G8 - Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië,
Japan, Rusland, het VK en de VS - in het Franse kuuroord Evian hun
jaarlijkse vergadering. Ook een tiental ontwikkelingslanden neemt deel aan
de top: zij krijgen de kans hun verzoeken en verzuchtingen aan de
hooggeïndustrialiseerde landen toe te lichten. Voor de Latijns-Amerikanaanse
regio zijn de Braziliaanse president Lula da Silva en de Mexicaanse
president Vicente Fox door hun collega’s afgevaardigd.
Hun missie is duidelijk: zij dienen te pleiten voor de afschaffing van
landbouwsubsidies en andere protectionistische maatregelen binnen de G8 die
de vrije handel verstoren. Verder moeten zij om steun vragen voor de
versterking van rechtvaardigheid en democratie in Latijns-Amerika. Die regio
produceert vijf procent van het wereldwijde BNP-totaal - de som van het
Bruto Nationaal Product van alle landen ter wereld - maar telt 220 miljoen
mensen die in armoede leven.
De linkse Lula en de conservatieve Fox zullen ook eigen accenten leggen.
Lula eist de oprichting van een ‘hongerfonds’, dat gefinancierd zou worden
door de rijke landen, een deel van de schuldaflossingen van
ontwikkelingslanden en een belasting op wapenverkoop. In naam van de
Zuid-Amerikaanse regeringen zal hij ook vragen dat twintig procent van de
intrest die de regio de crediteurs-landen van de Club van Parijs
verschuldigd is, omgezet wordt in investeringen in infrastructuur.
Fox van zijn kant vraagt dat Mexico als toegevoegd of permanent lid in de G8
wordt opgenomen teneinde de Latijns-Amerikaanse belangen beter te kunnen
behartigen. Wat BNP betreft, is Mexico de negende grootste economie binnen
de OESO. Op het vlak van ontwikkeling scoort Mexico - net als Brazilië -
volgens de index van het VN-Ontwikkelingsprogramma echter veel lager dan de
leden van de G8. Mexico spoort de rijke landen verder aan hun hulp aan arme
landen te verhogen, maar ook bijstand te bieden aan landen die halfweg
staan op de ontwikkelingsladder, zoals Mexico, Brazilië en de meeste andere
Latijns-Amerikaanse landen. Zo kunnen die ‘halfontwikkelde’ landen door een
echte vrijmaking van de markten en efficiënte investeringen eindelijk de
laatste sprong naar volledige ontwikkeling maken.
De kans dat alle Latijns-Amerikaanse vragen en verzoeken op de G8-top worden
ingewilligd, is nihil. Volgens Marcelo Jardim, hoofd van het Departement
Europa in het Braziliaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt op deze
top in de eerste plaats een evaluatie gemaakt van de (beroerde)
internationale economische situatie. Resultaatgerichte onderhandelingen zijn
dus helemaal niet aan de orde.
Toch is de uitnodiging van Brazilië belangrijk, omdat daarmee de groeiende
internationale rol van Lula erkend wordt, waardoor zijn pleidooi voor
samenwerking en integratie aan kracht wint. Ook historicus en expert
internationale betrekkingen Luiz Alberto Moniz Bandeira benadrukt het belang
van Lula’s aanwezigheid, ongeacht het resultaat: Lula vestigt immers de
aandacht op de problemen in Zuid-Amerika, en op de honger in het bijzonder.
Theotonio dos Santos, professor internationale economie aan de Federale
Fluminense Universiteit in Rio de Janeiro, wijst op de ideale timing voor
Lula, nu zelfs de VS schoorvoetend erkennen dat het jongste economische
beleid een brutale sociale crisis heeft veroorzaakt. Er is dus ruimte voor
de nieuwe ideeën van Lula.
Dat zowel Lula als Fox in Evian aanwezig zijn, heeft ook te maken met hun
onderlinge strijd om het leiderschap in de regio. Sinds zijn presidentschap
haalt Lula de banden met zijn Zuid-Amerikaanse collega’s stevig aan: hij
gaat onvoorwaardelijk voor een commercieel en politiek geïntegreerd
Zuid-Amerika, en treedt naar voren als baken voor dat continent. Ook Fox
werpt zich op als leider, maar dan van de hele Latijns-Amerikaanse regio. Op
basis van geografische ligging en de goede handelsbetrekkingen met de VS wil
Fox als levensbelangrijke brug fungeren tussen de Zuid-Amerikaanse
regeringen en de VS.
Die bemiddelaarpositie is echter in gedrang gekomen door de houding van
Mexico in de Iraakse kwestie: Fox weigerde de regering-Bush te steunen in
haar aanvalsplannen en leverde dus geen stem in de VN-veiligheidsraad voor
een Amerikaans-Britse aanvalsresolutie. De Amerikaanse liefde voor haar
traditionele bondgenoot is nu flink bekoeld; Bush weigert voorlopig zelfs
nog met Fox te spreken. De Braziliaanse regering was ook wel gekant tegen
het Bush-beleid, maar zetelde niet als tijdelijk lid in de Veiligheidsraad.
Bovendien ambieert Lula geen brugfunctie tussen VS en Zuid-Amerika, en kan
hij zich dus heel wat kritischer opstellen. In de onuitgesproken maar harde
strijd om het regionale leiderschap lijkt Fox dus even wat punten te
verliezen.