Machtsverschuiving in Amerikaanse Senaat bedreigt afbouw strategisch kernarsenaal
Matthew O. Berger
14 november 2010
De ratificatie van het nieuwe START-verdrag over de vermindering van het aantal strategische kernwapens in Rusland en de VS wordt een dubbeltje op zijn kant. Vanaf januari zijn de Republikeinen sterker vertegenwoordigd in de Amerikaanse Senaat, en zij staan veel kritischer tegenover nucleaire ontwapening.
De voorbije lente wees alles nog in de richting van een doorbraak in de al decennialang aanslepende discussies over nucleaire ontwapening. De Amerikaanse president Barack Obama en zijn Russische ambtsgenoot Dmitri Medvedev ondertekenden in april in Praag een nieuwe verdrag dat beide landen verplicht hun voorraad aan strategische kernwapens geleidelijk te verminderen tot 1.550 kernkoppen en 800 dragers. Diezelfde maand nog verzamelde Obama in Washington vertegenwoordigers van 46 landen voor een top over nucleaire veiligheid. Veel experts hoopten op een sneeuwbaleffect dat nog meer kernwapens van de wereld zou doen verdwijnen.
Maar intussen lijkt de dynamiek helemaal verdwenen. De Republikeinse opmars in de Senaat maakt verdere reducties in het Amerikaanse kernarsenaal onwaarschijnlijk en zet zelfs de afspraken in het nieuwe START-verdrag van april op de helling.
Tweederdemeerderheid
Verscheidene Republikeinen zijn niet tevreden met de door Rusland afgedwongen passages in het verdrag die de uitbreiding van afweersystemen tegen vijandelijke kernraketten moeilijker maken. De Republikeinen zijn ook niet overtuigd over de controlemechanismen die de VS moeten toelaten na te gaan of Rusland zich aan de afspraken houdt. Nogal wat conservatieve senatoren vrezen ook dat de afbouw van het kernarsenaal ten koste zal gaan van de arbeidsplaatsen en de investeringen in de sector.
Voor de ratificatie van het verdrag is een tweederdemeederheid nodig in de Amerikaanse Senaat : 67 van de 100 senatoren moeten voor stemmen. Nu hebben de Democraten nog 57 zetels in de Senaat, maar in januari, als de nieuw verkozen senatoren beginnen te zetelen, valt dat aantal terug tot 53. Sommige invloedrijke Republikeinen hebben zich voor het verdrag uitgesproken, maar toch wordt het een heksentoer na de jaarwisseling nog een tweederdemeerderheid te vinden.
De Amerikaanse Buitenlandminister Hillary Clinton pleitte er de voorbije week voor te trachten het verdrag nog voor het eind van het jaar te laten goedkeuren in de Senaat. Ook senator John Kerry, de voorzitter van de commissie Buitenlandse Relaties, acht dat nog mogelijk.
In het Republikeinse kamp is men daar niet zo zeker van. Ook in Rusland, waar het verdrag ook nog moet worden geratificeerd, slaat de twijfel intussen toe. Na de overwinning van de Republikeinen bij de tussentijdse verkiezingen in de VS, trok de commissie Buitenlandse Zaken in de Russische Doema haar aanbeveling voor de ratificatie in. De reden daarvoor is de onzekerheid of de Amerikaanse Senaat het verdrag zal willen ratificeren.
Verdere ontwapening
Intussen gaan er in de VS wel ook stemmen op voor een nog verdergaande ontwapening. Zelfs na de in april afgesproken reductie hebben de VS en Rusland nog altijd genoeg kernwapens om elkaar vele keren te vernietigen, zegt Micah Zenko, een onderzoeker van de Raad voor Buitenlandse Relaties (CFR). Een verdere reductie zou de hoge onderhoudskosten van het arsenaal verminderen, de kans op diefstal van kernwapens doen afnemen en meer steun opleveren voor de afbouw van de kernarsenalen in andere landen, terwijl het afschrikkingspotentieel zou blijven bestaan. Zenko put onder meer moed uit het feit dat de Amerikaanse verdedigingsminister Robert Gates zegt dat het nieuwe START-verdrag de “unanieme steun” geniet van de militaire leiding in de VS.