Maïs wordt symbool van verzet tegen handelstop in Cancún
Felipe Jaime Vásquez
06 augustus 2003
Volgende maand krijgen alle Mexicanen
waarschijnlijk niet enkel elke dag maïs op hun bord, maar ook in het
televisiejournaal. De handel in maïs, het belangrijkste landbouwgewas in
Mexico en een hele reeks andere Latijns-Amerikaanse landen, speelt een
belangrijke rol in de kritiek van de plaatselijke tegenstanders van meer
vrijhandel. Die proberen hun stem te laten horen op de ministertop van de
Wereldhandelsorganisatie die van 10 tot 14 september plaatsvindt in de
badplaats Cancún.
Vrijhandel en de internationale afspraken over intellectuele
eigendomsrechten doen de Mexicaanse maïsboeren de das om, stellen
andersglobalisten in Mexico. Door middel van studiedagen en andere
informatieactiviteiten blaast de beweging verzamelen voor acties die de
deelnemers aan de top in Cancún duidelijk moeten maken dat er veel
weerstand bestaat tegen hun plannen.
In Mexico worden elk jaar ongeveer 10 miljoen ton maïstortilla’s verkocht.
Er wordt nog veel meer maïs verbruikt, want veel arme plattelandsbewoners
maken zelf hun tortilla’s. Ondanks die enorme binnenlandse markt, ziet de
toekomst er slecht uit voor de Mexicaanse maïsboeren. Een gemiddelde
maïsakker in Mexico levert 2,4 ton op per hectare; boeren in Canada halen
7,4 ton en hun Amerikaanse concurrenten zelfs 8,4 ton. Mexico is samen met
de VS en Canada ondertekenaar van het Noord-Amerikaans Vrijhandelsakkoord
(Nafta) dat in 1994 in werking trad. Mexicaanse boerenorganisaties hadden
er altijd voor gepleit maïs buiten het akkoord te houden de teelt is
cruciaal om het land zelfvoorzienend te houden op het vlak van voedsel en
houdt massa’s arme boeren op de been. Maar uiteindelijk kregen de Mexicanen
enkel 10 jaar respijt voor de vrijmaking van de handel in maïs. Die
deadline nadert nu snel. De voorbije jaren is in Mexico de import van maïs
uit de VS al gestegen van 100.000 ton in 1993 tot 6 miljoen ton vorig jaar.
Mexicaanse maïsboeren houden hun hart vast voor de toekomst.
“Mexico is een voorbeeld van hoe het niet moet,” stelt Ana de Ita, een
experte van het Studiecentrum voor Veranderingen op het Mexicaanse
Platteland (Ceccam). “De effecten van vrijhandel op leven en dood voor
kleine boeren en voor de natuur tekenen zich al duidelijk af.” Niet enkel
de Mexicaanse maïsboeren moeten zich zorgen maken. Mexico importeerde in
1995 voor 3,3 miljard dollar aan landbouwproducten uit de VS en exporteerde
voor 3,84 miljard; in 2001 bedroeg die verhouding al 7,42 tegen 5,27
miljard. De Mexicaanse boeren kunnen gewoon niet op tegen de concurrentie
uit het noorden.
Ook de discussie over de versteviging van het internationaal patentrecht
baart de Mexicaanse anderglobalisten zorgen. Volgens Ana de Ita “proberen
transnationale ondernemingen hun merken te plakken op de zaden die
eeuwenlang door indianen en boeren werden verbeterd.” “Maïs is in Mexico
ontstaan en aangepast voor het gebruik in de landbouw,” onderstreepte de
Ita maandag op één van de talrijke studiedagen naar aanleiding van de
komende WHO-top. De maïsteelt in Mexico is zeker 4.600 en misschien wel
10.000 jaar oud. Vandaag worden in Mexico 56 verschillende maïssoorten en
naar schatting 16.000 variëteiten gekweekt, aangepast aan de natuurlijke en
culturele verschillen tussen de regio’s. Volgens het in Mexico gevestigde
Internationaal Centrum voor de Verbetering van Maïs en Tarwe stammen
driekwart van de maïssoorten die de grote internationale zaadproducenten
verkopen, af van soorten die door kleine boeren in Mexico werden
ontwikkeld. Daarvoor werden nooit vergoedingen betaald, maar nu willen de
zaadproducenten wel sluitende patenten voor hun ontwikkelingen die er vaak
uit bestaan dat één enkel gen werd toegevoegd of een eigenschap beter uit
de verf komt. De Ita stelt dat de grote bedrijven “die roof willen
legitimeren door middel van de afspraken over intellectuele eigendomrechten
die op de WHO-top zullen worden besproken.”