Malinese katoenboeren verwachten veel van WSF

Nieuws

Malinese katoenboeren verwachten veel van WSF

Almahady Cissé en Peter Dhondt

18 januari 2006

“We zijn hier om de machtige landen en vooral de Amerikanen te tonen dat hun beleid oneerlijk is en het leven van miljoenen mensen op het spel zet”, zegt Aly Coulibaly. Deze kleine katoenboer is samen met andere leden van boerengroepen uit Midden-Mali naar Bamako gereisd voor het Wereld Sociaal Forum dat er morgen (19 januari) begint. Net als Malinese actievoerders verwachten zij veel van deze eerste Afrikaanse editie.

We zijn naar hier gekomen om onze teelt te verdedigen en te strijden tegen subsidies, zegt Coulibaly. Praten alleen is niet genoeg, vindt de katoenboer. Katoen is alles voor ons. We zullen onze broodwinning verdedigen, al moeten we er ons leven voor geven. Hij hoopt van harte dat de katoenproblematiek ook tijdens het WSF op de voorgrond zal komen.

Niet iedereen in Mali is even optimistisch als hij. Dit forum brengt ons nergens - we gaan gewoon nog eens dezelfde toespraken horen, zegt Aliou Traoré, een leraar in Bamako. Vroeger waren het de politici die ons deden indommelen met hun woorden; nu doen de tegenstanders van de globalisering dat.

Barry Aminata Touré, de voorzitter van de Coalitie Schuld en Ontwikkeling, is het daar absoluut niet mee eens. Volgens hem heeft het verzet tegen de uitwassen van de globalisering er bijvoorbeeld voor gezorgd dat machtige industrielanden hun standpunten over de schuldenlast van de ontwikkelingslanden en over katoen hebben veranderd.

De G8, de club van de grootste industrielanden, kondigde in de zomer van vorig jaar de volledige kwijtschelding van de multilaterale schulden van 18 arme landen aan. En de klachten van West-Afrikaanse en Braziliaanse katoenboeren hebben ertoe geleid dat de VS onder druk van de Wereldhandelsorganisatie een begin moeten maken met het afbouwen van de staatssteun waarmee Amerikaanse katoenproducenten de prijszetting op de internationale katoenmarkt verstoren. Gelet op dergelijke successen, hebben bijeenkomsten als het WSF in Bamako wel degelijk zin, vindt Touré.

Volgens de Malinese schrijver en voormalige minister Aminata Dramane Traoré, hangt het succes van het eerste Afrikaanse WSF af van de mate waarin het de Afrikanen in actie doet komen tegen de negatieven gevolgen van de globalisering. Het forum van Bamako moet het bewustzijn doen ontstaan dat Afrika centraal staat in het debat. Afrika moet zich de strijd (tegen de rauwe globalisering) eigen maken.

Het Wereld Sociaal Forum, de grootste international bijeenkomst van niet-gouvernementele organisaties, actiegroepen, vakbonden en academici die een alternatief zoeken voor het huidige proces van economische globalisering, is dit jaar opgesplitst in drie luiken. De bijeenkomst in Bamako van 19 tot 23 januari bijt de spits af; meteen daarna volgt het Latijns-Amerikaanse luik in het Venezolaanse Caracas. In maart blazen de Aziatische andersglobalisten verzamelen in de Pakistaanse havenstad Karachi.

De gedecentraliseerde aanpak moet meer mensen de kans geven deel te nemen aan de bijeenkomsten. Drie van de vier voorbije WSF-edities vonden plaats in het Braziliaanse Porto Alegre, en daar waren deelnemers uit Azië en zeker uit Afrika schaars.

De organisatoren van het WSF-luik in Mali verwachten 30.000 deelnemers. Ook vanuit de VS en Europa zijn behoorlijk wat mensen naar Bamako afgezakt. Bekende namen zijn de Amerikaanse politicus Jesse Jackson en de Franse activiste Danielle Mitterrand, de weduwe van de voormalige Franse president. Vanuit België is een dertigtal actievoerders uit de vakbeweging en de Noord-Zuidbeweging vertrokken. Met een groep van een 12-tal activisten is de vakbond ACV/CSC de grootste Belgische deelnemer. Sommige organisaties die de voorbije jaren trouw naar het WSF trokken, zijn er nu niet bij. Van de ontwikkelingskoepel 11.11.11 is bijvoorbeeld niemand naar Bamako gereisd.

Als de bijeenkomst in Mali een succes wordt, is dat ook meteen een opsteker voor de volgende editie in 2007. Dan organiseert Afrika het enige WSF van dat jaar, in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. (ADR)