Meer dan 300.000 illegale wapens in Oost-Congo

Nieuws

Meer dan 300.000 illegale wapens in Oost-Congo

Meer dan 300.000 illegale wapens in Oost-Congo
Meer dan 300.000 illegale wapens in Oost-Congo

Jeroen De Sadeleer

26 september 2011

Uit de resultaten van een uitgebreid onderzoek blijkt dat veel gezinnen in Oost-Congo beschikken over een wapen. Toch vallen vooral de lokale verschillen op tussen de ondervraagde provincies, net als de grote steun voor vrijwillige ontwapeningsprogramma’s.

Oorlogen en conflicten hebben het oosten van Congo de voorbije jaren herschapen tot een soort niemandsland waar enkel de wet van de sterkste geldt en vrouwen massaal verkracht worden. Tenminste, dat is het heersende discours over het omvangrijke gebied aan de Grote Meren. Vast staat wel dat de onveilige situatie als gevolg van de illegale verspreiding van kleine en lichte wapens de ontwikkeling van het gebied belemmert.

Grip, het onderzoeksinstituut over vrede en veiligheid, publiceert nu de resultaten van een grootschalige enquête over de problematiek. In opdracht van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (Undp) onderzocht het, samen met het Bonn International Center for Conversion (Bicc), de veiligheidsbeleving van Congolezen uit vijf provincies in het oosten. Behalve groepsgesprekken en interviews met sleutelfiguren werden aan meer dan 10.000 gezinnen vragen gesteld over de verspreiding, het gebruik en de gevolgen van de aanwezigheid van lichte wapens in de regio.

Grote regionale verschillen

Elk privaat wapenbezit is verboden in Congo. Toch bevestigen zowat 300.000 huishoudens, net geen tien procent van het totale aantal, dat ze over minstens een wapen beschikken. Dit cijfer ligt vermoedelijk zelfs hoger aangezien vele gezinnen waarschijnlijk niet altijd de volledige waarheid spraken. Opvallend zijn wel de onderlinge verschillen tussen de onderzochte regio’s. In Maniema ligt het percentage op achttien, vele malen meer dan in Ituri waar nog geen drie procent van de families een wapen heeft.

Dit onderscheid tussen de gebieden is een opmerkelijke constante doorheen de hele studie en illustreert meteen de grote meerwaarde van het onderzoek. De resultaten bieden beleidsmakers niet enkel vitale informatie, maar vooral inzicht in lokale verschillen. Zo is het onveiligheidsgevoel veel groter in Zuid-Kivu dan in Tanganyika hoewel het aantal wapens in beide provincies niet veel verschilt.

Er circuleren dan wel veel wapens in het oosten van Congo, er is zeker hoop. Meer dan negen op de tien respondenten is namelijk voorstander van vrijwillige ontwapeningsprogramma’s. In ruil voor geld, een beloning in natura of amnestie willen ze hun geweren inleveren bij de traditionele chef, internationale organisaties of de VN-soldaten in de regio. Het hoeft niet te verbazen dat slechts weinigen hun wapen zouden toevertrouwen aan het Congolese staatsleger, de recente geschiedenis van burgeroorlogen indachtig.

‘Congolezen produceren geen wapens!’

Op de voorstelling van de resultaten concludeerde Grip-onderzoeker Georges Berghezan dat er twee grote problemen zijn die een parallelle oplossing vereisen. Zo moeten de corruptie en de straffeloosheid van de verschillende gewapende groepen bestreden worden en is tezelfdertijd een aanpak nodig tegen de armoede en de onderontwikkeling. De aanwezige vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken knikte instemmend.

Toch kwam er ook kritiek uit de zaal, voornamelijk van de aanwezige Congolezen. Zij benadrukten dat hun land zelf geen wapens produceert en vroegen zich luidop af vanwaar ze dan wel afkomstig waren. Ook de onderzoeksmethode lag onder vuur nadat bleek dat drie vierde van de geïnterviewde gezinshoofden van het mannelijke geslacht waren. Een Congolese vrouwenactiviste repliceerde dat het merendeel van het geweld in de regio door mannen wordt gepleegd en het daarom verkeerd is om zo weinig vrouwen aan het woord te laten in een onderzoek over onveiligheidsgevoelens.

875 miljoen lichte wapens in de wereld

Wereldwijd zijn er zo’n 875 miljoen kleine en lichte wapens omloop volgens Small Arms Survey. Enkel 200 miljoen daarvan wordt gebruikt door statelijke actoren als nationale legers. Het overgrote merendeel, zo’n drie kwart, bevindt zich in handen van burgers. Ze worden gebruikt voor zelfbescherming, misdrijven en gewapende conflicten, maar ook voor meer vredelievende activiteiten als de jacht.

De Verenigde Staten zijn het land met het grootste private wapenbezit. Vraag aan honderd willekeurige Amerikanen om al hun wapens te tellen en het totaal zal rond de negentig liggen, becijferde Small Arms Survey. Doe dezelfde oefening echter in Congo en het resultaat is maar anderhalf. Een veel minder indrukwekkend cijfer dus, dat een gevolg is van een samenspel van een aantal factoren.

Ten eerste is Congo een zeer uitgestrekt land dat zich kenmerkt door grote regionale verschillen. Zo wordt het oosten van het land al lang geplaagd door conflicten en onrusten terwijl de situatie in het westen relatief kalm is. Daarnaast telt het gemiddelde Afrikaanse huishouden ook meer leden dan Amerikaanse gezinnen. Berekend per familie zouden de cijfers waarschijnlijk dus dichter bij elkaar liggen.