Vooral stijgende temperaturen in het noordpoolgebied zijn de energie in de atmosfeer aan het herverdelen
Meer kans op destructieve onweersbuien in de zomer


IPS
20 februari 2019
De stijgende temperaturen op aarde zijn de energie in de atmosfeer aan het herverdelen. Daardoor is er op het noordelijk halfrond meer energie beschikbaar voor onweersbuien in de zomer. Dat vergroot het risico op destructieve onweersbuien, zeggen de auteurs van een nieuwe studie.
Oimheidi/Pixabay
De energie in de atmosfeer die ons zomerweer aanjaagt, is aan het verschuiven als gevolg van de klimaatverandering, hebben onderzoekers van het gerenommeerde Massachusetts Institute of Technology (MIT) in de Verenigde Staten vastgesteld.
Vooral de stijgende temperaturen in het noordpoolgebied zijn de energie in de atmosfeer aan het herverdelen. Daardoor komt er ’s zomers meer energie beschikbaar voor onweersbuien en andere lokale, convectieve weerprocessen (bij convectie gaat lucht die opwarmt door de zon, stijgen en bijvoorbeeld wolken vormen).
Naar grotere, mildere weersystemen die over duizenden kilometers circuleren (extratropische cyclonen), gaat er minder energie.
Luchtvervuiling
Op de middelste breedtegraden, in Europa, Noord-Amerika en Azië, ziet hoofdauteur Charles Gertler een toenemend risico voor “meer destructieve onweersbuien en meer stagnerende dagen met misschien langer durende hittegolven.”
De MIT-onderzoekers verwachten ook meer luchtvervuiling. “Extratropische cyclonen ventileren de lucht en luchtvervuiling, dus met zwakkere extratropische cyclonen in de zomer krijg je potentieel meer dagen met slechtere luchtkwaliteit in stedelijke gebieden”, zegt Gertler, die zijn studie in de Proceedings van de National Academy of Sciences publiceerde.
Opwarming noordpoolgebied
Extratropische cyclonen voeden zich met het verschil in gemiddelde temperaturen tussen noordelijke en zuidelijke breedtegraden. Dat verschil produceert mee een bepaalde hoeveelheid energie in de atmosfeer die weersomstandigheden kan voeden. Hoe groter het verschil tussen bijvoorbeeld het noordpoolgebied en de evenaar, hoe sterker een extratropische cycloon waarschijnlijk is.
De jongste jaren is het noordpoolgebied sneller opgewarmd dan de rest van de aarde, waardoor het verschil met de evenaar is afgenomen. Het MIT-team onderzocht de impact hiervan op ons zomerweer.
13 procent meer energie
Het team verzamelde voor elk jaar van 1979 tot 2017 de gemiddelde temperatuur en vochtigheid voor de maanden juni, juli en augustus op het noordelijk halfrond en tussen 20 en 80 graden breedtegraad.
Het stelde vast dat de beschikbare energie voor grootschalige extratropische cyclonen sinds 1979 met 6 procent is afgenomen, terwijl de energie die kleinere, lokale onweersbuien voedt, met 13 procent is toegenomen.