Memorandum brengt Angola vrede - op papier

Nieuws

Memorandum brengt Angola vrede - op papier

Mario de Queiroz

02 augustus 2006

Een memorandum tussen de Angolese regering en de belangrijkste verzetsbeweging in Cabinda brengt na 45 jaar eindelijk vrede in de opstandige provincie gelegen tussen Congo-Brazaville en Congo. Althans op papier.

Cabinda, een kleine enclave van 7300 vierkante kilometer, is met zijn grote olie- en goudvoorraden, diamantmijnen, uranium en exotisch hout fel begeerd door moederland Angola. Maar Cabinda wil onafhankelijkheid. Na vier en een half jaar van geweld en plundering bestaat er sinds 1 augustus een akkoord tussen de Angolese regering en de belangrijkste verzetsbeweging van Cabinda: het Cabinda Forum voor Dialoog (CFD).

Her Memorandum voor Vrede en Verzoening, zoals de overeenkomst heet, tussen de Angolese regering en het CFD lijkt echter vooral een formeel akkoord.
Waarnemers in Lissabon zien er een belangrijke stap in naar vrede, maar onderstrepen dat het niet gaat over een echt vredesakkoord. Daarvoor werd het te eenzijdig opgedrongen door de Angolese regering van president José Eduardo dos Santos.

Oorlog als thema

Afgezonderd van de rest van Angola speelde de enclave Cabinda een belangrijke rol tijdens de Angolese onafhankelijkheidsoorlog die begon in 1961 en eindigde in 1974 met een coup door de linkerzijde van het Portugese leger.

Onafhankelijkheid bracht geen vrede voor de vijftien miljoen mensen in Angola. Tussen 1975 en 2002 vochten ze een bloedige burgeroorlog uit. Maar ook het einde van die burgeroorlog bracht voor de naar schatting 300.000 inwoners van Cabinda geen beterschap. De Angolese regering stuurde 40.000 troepen naar de enclave om te voorkomen dat separatistische guerrilla’s de macht grepen en de onafhankelijkheid uitriepen.

Na vier en een half jaar geweld komt nu een einde aan het geweld door
door de ondertekening tussen de Angolese president voor Territoriale Administratie Virgilio de Fontes Pereira en de voorzitter van het Cabinda Forul voor Dialoog, Antonio Bento Bembe.

Regionale regering

Het memorandum is gebaseerd op vijf principes: amnestie voor de tijdens het conflict gepleegde gewelddaden, een staakt-het-vuren, demilitarisatie van de door de CFD gecontroleerde milities, beter bekend als de FLEC guerrilla, een vermindering van het aantal militairen van het Angolese leger in Cabinda en de inschakeling van voormalige FLEC rebellen in de maatschappij.

Een regionale regering met politieke en economische bevoegdheden zal geïnstalleerd worden, onder controle van de centrale regering in Luanda. Cabinda krijgt op die manier een speciaal statuut binnen de republiek Angola.

Geen gejuich

Het ziet er echter niet naar uit dat het memorandum op veel gejuich zal onthaald worden. De leider in ballingschap van de gewapende tak van het FLEC, Henrique N’Zita Tiago, heeft al vanuit Parijs laten weten dat hij weigert het memorandum te erkennen.

“Het Memorandum wordt door niemand gesteund. Het volk van Cabinda kan zo’n document onmogelijk aanvaarden. Hou een referendum, zodat de mensen van Cabinda zelf kunnen beslissen”, aldus Henrique N’Zita Tiago.

N’Zita Tiago ziet Cabinda nog steeds als een Portugees protectoraat. “Het is niet omdat de Portugezen vertrokken zijn dat Angola het recht heeft om ons opnieuw te kolonialiseren.”

Macário Romão Lembe, de woordvoerder van het CFD, verwelkomde weliswaar het akkoord, maar zijn laatste woorden insinueren dat de definitieve toekomst van de enclave verre van duidelijk is: “Vandaag aanvaarden we dat wat mogelijk is, maar onafhankelijkheid is Cabinda’s wil en recht.” (SV/ADR)