‘Methaanschoorstenen’ baren klimaatwetenschappers zorgen
Mattias Creffier
23 september 2008
Wetenschappers op een Russisch onderzoeksschip hebben grote hoeveelheden methaangas ontdekt dat uit de zeebodem opwelt ten noorden van Siberië. Methaan is als broeikasgas twintig keer sterker dan koolstofdioxide en kan de opwarming van de aarde versnellen.
De Britse krant The Independent publiceert vandaag (23 september) de eerste bevindingen van de Zweedse wetenschapper Orjan Gustafsson van de universiteit van Stockholm. Gustafsson bevindt zich aan boord van het Russische onderzoeksschip Jacob Smirnitskyi, dat deze zomer de hele noordkust van Rusland en Siberië afvaart.
Het methaangas zit opgesloten in de zeebodem van het continentaal plat ten noorden van Siberië. Gelijkaardige expedities in de jaren negentig maten nergens abnormale methaanwaarden. Bij de huidige tocht registreerden de wetenschappers methaanconcentraties die tot honderd keer boven het normale niveau liggen.
Methaanschoorstenen
“We hadden gisteren en vannacht een hectische dag”, schrijft Gustafsson in een e-mail aan The Independent. “Op vorige sites vonden we hoge concentraties opgelost methaan. Gisteren hebben we voor het eerst een plaats ontdekt waar zoveel methaan vrijkomt dat het gas niet eerst oplost in het zeewater maar als bubbels rechtstreeks aan de oppervlakte komt. We hebben die ‘methaanschoorstenen’ geregistreerd met een echolood en seismische instrumenten.”
Volgens de Zweedse onderzoeker komen er in de Oost-Siberische Zee en de Zee van Laptev miljoenen tonnen methaangas vrij, “mogelijk van dezelfde grootteorde als in de rest van de oceanen.” “We dachten altijd dat permafrost op de zeebodem als een deksel op de ondiepe methaanreservoirs zat. Blijkbaar zitten er gaten in de permafrost en beginnen de methaanvoorraden nu te lekken.
Het Russische hoofd van de expeditie, Igor Semiletov, meet sinds 2003 hogere methaanconcentraties. Dankzij de instrumenten aan boord van de Jacob Smirnitskyi zijn die lekken voor het eerst in beeld gebracht.
De gemiddelde temperatuur in het noordpoolgebied is in de voorbije decennia al met vier graden gestegen. De impact op de zeebodem kan verklaren waarom de ijskap in de zomer steeds kleiner wordt. Open zee slorpt meer zonnewarmte op dan wanneer ze bedekt is met ijs. Mogelijk wordt ook het water dat instroomt uit de Siberische rivieren warmer omdat ook de permafrost op het land aan het smelten is.
Rampscenario
Het scenario dat wetenschappers slapeloze nachten bezorgt is dat van een sneeuwbaleffect waarbij het vrijgekomen methaan zorgt voor een versnelde temperatuurstijging, waardoor er nog veel meer methaan vrijkomt. De auteurs van een studie over het onderwerp, die in mei verscheen in Nature, gaan ervan uit dat zo’n plotse temperatuuromslag zich zo’n 653 miljoen jaar geleden al eens voordeed.