Mexicaanse economie in gevarenzone
Diego Cevallos
10 juni 2008
Mexico stevent af op een zware economische crisis. De import en de subsidie van brandstoffen zal de komende jaren steeds zwaarder op de begroting wegen, terwijl de inkomsten uit de export van olie onherroepelijk afbrokkelen. De regering van president Felipe Calderón moet nu maatregelen nemen om onheil te voorkomen, waarschuwen experts.
De problemen kunnen nijpend worden binnen vijf of zes jaar. Maar de alarmlichtjes knipperen nu al. Dat is een gevolg van de slechte conjunctuur in de VS, de belangrijkste handelspartner van Mexico, en van de internationale voedselcrisis.
Voorlopig voelen de Mexicanen er weinig van. De regering sluisde in mei meer geld in sociale programma’s, zette de grenzen open voor de import van graan en kondigde ook nieuwe investeringen aan om de landbouwinfrastructuur te verbeteren. De Mexicaanse peso is stabiel, de inflatie blijft binnen de perken en er is geen tekort op de begroting. Ook de buitenlandse investeringen blijven binnenstromen.
Vertrouwen op dieptepunt
Maar de Mexicanen maken zich zorgen. Het consumentenvertrouwen daalde in mei naar het laagste niveau in vier jaar, zegt het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Amper een derde van de Mexicaanse producenten acht de situatie gunstig om te investeren.
Een recente enquête van de Nationale Bank onder analisten bracht aan het licht dat amper 10 procent gelooft dat de conjunctuur dit jaar nog zal verbeteren. Dat is het laagste cijfer in zeven jaar.
“De vooruitzichten op lange termijn zijn allerminst rooskleurig”, oordeelt bedrijfsadviseur Armando Galván. Vooral de Mexicaanse oliesector baart hem zorgen. Mexico voert nu gemiddeld 1,4 miljoen vaten olie per dag uit, tegenover 1,8 miljoen vaten per dag in 2004. De oliereserves die Mexico nu exploiteert, zullen binnen negen jaar uitgeput zijn. Het staatsoliebedrijf Pemex heeft niet het geld en de technologie om nieuwe aardolievelden aan te boren. Die liggen op grote diepte in de Golf van Mexico.
Met de inkomsten uit de verkoop van olie financiert Mexico 40 procent van zijn staatsuitgaven. Er is geen plan hoe die uitgaven binnen tien jaar zullen worden gedekt. De politieke discussies over de hervorming van Pemex, die nieuwe investeringsmiddelen en nieuwe technologie zou kunnen aantrekken, zijn in een impasse beland.
Onhoudbare brandstofsubsidies
Zelfs de hoge olieprijzen bieden geen soelaas. Een vat Mexicaanse olie is nu ongeveer 108 dollar waard, het dubbele van het bedrag waarvan de regering uitging toen ze het budget van dit jaar opstelde. Maar toch is er geen geld over in de schatkist. Mexico betaalt immers ook steeds meer aan de import van brandstoffen, omdat het zelf niet voldoende raffinagecapaciteit heeft. Mexico moet ongeveer de helft van zijn diesel en benzine invoeren.
In eigen land verkoopt Mexico de ingevoerde brandstoffen nog altijd spotgoedkoop, om de consumenten geen pijn te doen. Benzine en diesel zijn in Mexico maar half zo duur als in de VS. Dat kost de Mexicaanse overheid dit jaar ongeveer twintig miljard dollar. Economen waarschuwen dat die praktijk de Mexicaanse economie in een recessie kan storten.
“De brandstofprijzen verhogen is politiek gezien bijna zelfmoord plegen, maar vroeg of laat zal het toch nodig zijn”, zegt Galván. “Iedereen kan uitrekenen de lage prijzen onhoudbaar zijn en binnen vijf of zes jaren op een economische catastrofe uitlopen.”
Van de brandstofsubsidies profiteren bovendien vooral de rijke Mexicanen. Volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek verbruiken de 20 procent rijkste Mexicanen bijna 70 procent van alle brandstof. De armen genieten alleen van de lage bustarieven en geringe transportkosten voor levensmiddelen die er een gevolg van zijn.
Zelfs Alejandro Werner, viceminister van Begroting, heeft officieus al een lans gebroken voor het verhogen van de brandstofprijzen. Volgens hem doet de Mexicaanse staat er beter aan meer geld uit te geven aan sociale programma’s en investeringen. Maar president Calderón wil de brandstofprijzen laag houden om de ermee samenhangende voedselprijzen onder controle te houden. Bovendien komen er in 2009 tussentijdse verkiezingen aan.