Mexicaanse guerrilla steekt de lont in het kruitvat
Diego Cevallos
11 juli 2007
Het Mexicaanse Revolutionair Volksleger (EPR) heeft de aanslagen opgeëist die op 5 juli en gisteren gaspijpleidingen van de oliemaatschappij Pemex lek sloegen. De marxistisch-leninistische rebellengroep dreigt met meer aanslagen zolang twee van haar strijders die eind mei in de roerige deelstaat Oaxaca verdwenen, niet opduiken.
Het EPR sloeg toe in de westelijke deelstaat Jalisco en in Querétaro, in het midden van het land. De aanslagen veroorzaakten brand en omwonenden moesten geëvacueerd worden.
Het EPR zegt dat de aanslagen het begin zijn van een “nationale campagne” tegen de “belangen van de oligarchie” en de “onwettige regering” die Mexico bestuurt.
De rebellengroep deed voor het eerst in 1996 van zich horen met een propagandaoffensief en een reeks aanslagen en schermutselingen rond politieposten en legerkazernes. Sindsdien pleegde ze nog sporadisch aanslagen. De Mexicaanse regering heeft de aanslagen veroordeeld en zegt dat er extra veiligheidsmaatregelen getroffen zijn rond strategische installaties .
Adrián Ramírez, de voorzitter van de Mexicaanse Liga voor de Verdediging van de Mensenrechten, keurt de gewapende acties van het EPR evenmin goed, maar verwijt de regering dat ze dergelijke aanslagen uitlokt. “De regering zwijgt over de twee EPR-strijders die verdwenen zijn. Dat zet de deur open voor nog meer verdwijningen.”
Het EPR gaat ervan uit dat zijn kameraden Edmundo Reyes en Raymundo Rivera heimelijk zijn opgepakt door de ordediensten. Aanklachten daaromtrent leverden geen reactie op bij de federale regering of de deelstaatregering van de omstreden gouverneur van Oaxaca, Ulises Ruiz. Ruiz, die beschuldigd wordt van corruptie en een autoritaire aanpak, roept al een jaar lang protest van linkse organisaties op.
Mexico telt minstens twaalf linkse rebellengroepen. De bekendste is het Zapatistisch Bevrijdingsleger uit de zuidelijke deelstaat Chiapas. Ook de meeste andere groepen hebben hun thuisbasis in arme deelstaten als Chiapas, Guerrero en Oaxaca. Vorig jaar verzekerde de toenmalige president Vicente Fox dat er geen gevaar uitgaat van de vrij betekenisloze groepen. De Mexicaanse guerrilla-expert Marcelo Riofrío is daar niet zo zeker van. “Het gaat niet om verzinsels, het zijn gewapende groepen met een radicaal discours die zich organiseren en voorbereiden.” De afgelopen jaren werden verscheidene rebellen opgepakt.