Michel wil extra geld voor voedselcrisis
Peter Dhondt
15 april 2008
De Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking, Charles Michel, gaat tijdens de begrotingscontrole van juli extra geld vragen om de gevolgen van de internationale voedselcrisis in de Belgische partnerlanden op te vangen. “De verdubbeling van de voedselprijzen betekent dat we met hetzelfde geld voor voedselhulp maar half zoveel mensen kunnen helpen. Dat is een tragedie”, zei Michel dinsdag (15 april) tijdens de ondertekening van een nieuw samenwerkingsakkoord met Bolivia in Brussel.
Volgens de Belgische ontwikkelingssamenwerking is rijst, het basisvoedingsmiddel voor 2,5 miljard mensen, sinds begin dit jaar 50 procent duurder geworden. De prijs van nog andere voedingsmiddelen is nog sneller gestegen. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) heeft 700 miljoen dollar (443 miljoen euro) extra nodig om de 90 miljoen mensen te blijven voeden die nu noodhulp krijgen van de internationale hulporganisatie.
Michel zegt dat hij door verschuivingen binnen zijn eigen budget al ongeveer 5 miljoen euro heeft vrijgemaakt om de bijkomende noden te helpen lenigen. Dat geld gaat vooral naar het WFP, het Belgisch Overlevingsfonds en het Europees Ontwikkelingsfonds. “Maar dat zal zeker niet voldoende zijn. Daarom zal ik in juli bij de begrotingscontrole extra middelen vragen. Michel wil nog niet zeggen hoeveel, maar hij zegt ervan uit te gaan dat zijn collega’s “er open voor staan”.
Meer doen
Michel is onder indruk van de vergaderingen van het IMF en de Wereldbank die het thema het voorbije weekend in het nieuws brachten. Hij wil ook internationaal helpen de dingen in beweging te zetten. “Ik heb aan het Sloveense voorzitterschap van de EU gevraagd het thema op de agenda te zetten op de volgende vergadering van alle Europese ontwikkelingsministers op 25 mei in Brussel.” Michel heeft er op aangedrongen dat ook vertegenwoordigers van het WFP en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) aanwezig zijn. “Het zou niet goed zijn dat iedereen in de emotie van het moment op eigen houtje actie begint te ondernemen. We moeten tot een gecoördineerde aanpak komen.”
Michel pleit ook voor acties op middellange en lange termijn. België moet nadenken over de gevolgen van biobrandstoffen, die soms ten koste gaan van de beschikbaarheid van voedingsmiddelen. De ontwikkelingssamenwerking kan arme landen aanmoedigen weer meer voedingsgewassen te telen in plaats van opbrengstgewassen als koffie en cacao. Onderzoek kan de productiviteit in de landbouw opkrikken, en investeringen in transportinfrastructuur kunnen boeren in arme landen meer marktkansen bieden. België moet ook en vooral van de landbouw een prioriteit maken in zijn ontwikkelingssamenwerking, vindt de minister.
Landbouw in Bolivia
Dat laatste element maakte Michel alvast waar in het samenwerkingsakkoord dat hij dinsdag ondertekende met de Boliviaanse viceminister van Buitenlandse Zaken Hugo Alfredo Fernández Aráoz. België maakt voor de periode 2008-2011 40 miljoen euro vrij voor Bolivia. Daarvan gaat tien miljoen naar de landbouwsector, vooral dan naar de irrigatie van akkers om de opbrengst te verhogen. Daarnaast is er 25 miljoen voor gezondheidsprogramma’s, waarvan 10 miljoen naar het overheidsprogramma Nul Honger dat de ondervoeding bestrijdt.
Volgens de Boliviaanse viceminister Fernández voelt ook zijn land de prijsstijgingen. “We hebben bijvoorbeeld nogal wat producenten van spijsolie die door de hoge prijzen opeens meer begonnen te exporteren. De bevoorrading van onze eigen markt kwam daardoor in het gedrang. We hebben die export aan banden gelegd, en daardoor is de prijs voor spijsolie in Bolivia weer gezakt.”
De stijgende voedselprijzen wakkeren ook de algemene inflatie aan, wat in Bolivia, een land dat ooit te maken had met hyperinflatie, algauw munitie levert aan de oppositie. Maar Fernández maakt zich zelf vooral zorgen over de prijzen van landbouwgrond die ook omhooggaan. “Dat maakt de landhervorming waarmee we nu bezig zijn nog moeilijker”.
Michel wil ook in andere partnerlanden meer de nadruk leggen op productieve sectoren, vooral dan de landbouw. “Daar was in het Belgische parlement kritiek op, maar de feiten geven mij gelijk”, zegt de minister. Michel vertrekt eind deze week naar Congo-Kinshasa en Burundi. Ook Burundi is een land dat instabiel dreigt te worden door de internationale voedselcrisis.