Midden-Oosten snakt naar regen
Rebecca Murray
14 december 2010
Delen van Syrië, Turkije, Irak, Jordanië, Libanon en de Palestijnse Gebieden – een streek die traditioneel bekend staat als de Vruchtbare Sikkel – kampen voor het derde jaar op rij met extreme droogte. Een ramp voor bijna een miljoen kleinschalige landbouwers en veehouders.
“We bidden voor regen en een goed inkomen”, zegt de 22-jarige Issa Sheikh, die samen met zijn broer het land van zijn familie bewerkt in de Syrische regio Al-Raqqa. “Vorig jaar hebben we een zeer slecht seizoen gehad. Nu zijn we afhankelijk van werk in de steden, en moeten we leningen aangaan bij vrienden en de bank.”
Normaal begint de winter hier eind oktober. Als deze droogte nog de hele maand december aanhoudt, gaan de tarwe en linzen voor het derde jaar op rij verloren. Vorige week werd de regio weliswaar geteisterd door een hevige storm met sneeuw en regen. Maar de Syrische landbouwers zijn niet vergeten dat de winter vorig jaar ook goed van start ging: niet veel later stopte de neerslag abrupt, waarna extreme temperaturen en plantenziektes de doodsteek gaven aan gewassen zoals tarwe.
Syrië moet het vooral hebben van graan, gerst, suiker, biet en katoen. Het land is een belangrijke graanexporteur, maar door de droogte moet de Syrische regering nu zelf basisvoedsel invoeren voor lokale consumptie.
Plattelandsvlucht
Veel landbouwkundigen verwijzen naar de klimaatverandering. “November was een zeer vreemde maand. Er waren altijd al schommelingen in neerslag en temperatuur, maar nooit zo erg als nu”, verklaart Mahmoud Solh, hoofd van het Internationaal Centrum voor Landbouwonderzoek in Droge Gebieden (Icarda) nabij de noordelijke stad Aleppo.
De Belg Olivier De Schutter, Speciaal VN-rapporteur voor het Recht op Voedsel, bezocht Syrië in september. Hij schat dat 1,3 miljoen mensen rechtstreeks getroffen worden door de opeenvolgende jaren van droogte, 95 procent van hen in het noordoosten van het land – waarvan 800.000 mensen er zwaar onder lijden. “Vooral kleinschalige boeren en herders zijn het slachtoffer, vaak verloren zij meer dan 80 procent van hun veestapel sinds 2005”, schrijf hij in een rapport.
“Deze landbouwers hebben hadden al drie jaren van droogte achter de rug, een vierde jaar nu is rampzalig”, stelt Abdulla Tahir Bin Yehia, hoofd van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) in Damascus. “Ze hebben hulp nodig. Een familie in het noordoosten telt acht tot tien leden, dat zijn veel monden om te voeden.”
Vele boeren zagen zich gedwongen om hun families te verlaten op zoek naar werk, meestal ‘s zomers in de bouwsector in Libanon of als dagloner in de fabrieken rond Aleppo. Volgens de VN trokken 65.000 gezinnen sinds het begin van 2010 vanuit hun dorpen naar Syrische steden. Daardoor neemt de druk op de arbeidsmarkt, grondstoffen en openbare diensten nog meer toe dan al het geval was met de aanwezigheid van ongeveer een miljoen Irakese vluchtelingen.
Overbevolking
De huidige problemen hebben niets met de opwarming van de aarde te maken, meent Abdullah Droubi van het Arabische Centrum voor de Studie van Droge Gebieden (ACSAD). “Deze schommelingen zijn niet nieuw. Wat we voelen zijn de gevolgen van bevolkingsgroei en slechte waterhuishouding”, zegt hij. Naar schatting groeit de Syrische bevolking jaarlijks met 3 procent aan tot zo’n 21 miljoen mensen vandaag. “De regering moet een plan opstellen om de bevolkingsgroei af te remmen. We hebben gewoon niet de middelen voor al deze mensen.”
“De uitdagingen in de droge gebieden vereisen een geïntegreerde aanpak”, besluit Solh. Hij denkt aan een beter beheer van de natuurlijke rijkdom zoals water, gewassen die bestand zijn tegen hitte en droogte en hulp op socio-economisch vlak.