Milieugroepen verwijten Toyota 'groene hypocrisie'
Haider Rizvi
02 april 2008
Milieugroepen hebben autofabrikant Toyota genomineerd voor de jaarlijkse Hall of Shame voor Bedrijven. Toyota geeft miljoenen uit om een groen imago te promoten, maar lobbyt tegelijkertijd tegen wetsvoorstellen voor zuiniger brandstofverbruik in Californië en andere staten.
“Toyota zou dit jaar wel eens verrassend kunnen eindigen in de Hall of Shame”, zegt Kelle Louaillier, uitvoerend directeur van Corporate Accountability International (CAI), een onafhankelijke groepering voor consumentenrechten in Boston. De ‘Hall of Shame’ verwijst naar de jaarlijkse campagne van de CAI waartoe ook een internetopiniepeiling behoort. Mensen kunnen op internet stemmen op het bedrijf dat in hun ogen het meest een loopje neemt met de Amerikaanse milieuwetgeving en arbeidswetgeving.
Hoewel consumenten vrij zijn op elk bedrijf te stemmen dat ze het meest onverantwoordelijk vinden, heeft CAI een lijst opgesteld met de acht ‘beste kandidaten’, waaronder Toyota. “Het bedrijf geeft miljarden dollars uit om zijn auto’s te voorzien van een groen laagje vernis, terwijl de lobbyisten beweren dat de technici niet weten hoe ze moeten voldoen aan de strengere milieueisen”, zegt Louaillier.
Toyota kreeg vanaf vorige zomer steeds meer kritiek van milieugroepen. De autofabrikant zette agressieve lobbytechnieken in om de een federale energiewet tegen te houden. Die wet eist nu van fabrikanten dat ze na 2020 geen brandstofverslindende auto’s meer verkopen.
Het Japanse bedrijf, dat in het verleden goede sier maakte met de superzuinige Prius, doet intussen erg zijn best om een groen imago hoog te houden. Vorig najaar investeerde Toyota miljoenen dollars in tv-reclames waarin het bedrijf erop wijst dat het zijn verantwoordelijkheid neemt als het gaat om klimaatverandering en energie. “Toyota heeft ondertussen in diverse staten geprobeerd wetgeving met betrekking tot ‘schone auto’s tegen te houden”, zegt Louaillier.
De tegenkandidaten
Naast Toyota nomineerde de CAI ook Archer Daniels Midland (ADM), Countrywide, Mattel, Nestlé, Blackwater, Wal-Mart en Wendy’s in de ‘Corporate Hall of Shame’. Al deze bedrijven zouden volgens CAI met lobbytactieken geprobeerd hebben de politieke besluitvorming naar hun hand te zetten, ten nadele van het milieu en de consument.
ADM staat op de lijst vanwege de aanleg van palmplantages in Indonesië. Daarvoor moeten bossen gekapt worden, en dat zou het ecosysteem uit balans brengen. Countrywide Financial Corporation wordt bestempeld als de slechtste kredietverstrekker. Het bedrijf richt zich bij de dienstverlening in het bijzonder op ouderen en niet-Engelssprekenden. Het bedrijf verstrekt 17 procent van alle hypotheken in de VS.
Blackwater is genomineerd vanwege de aanwezigheid in Irak, waar het verantwoordelijk zou zijn voor de dood van onschuldige burgers. Ook zou het bedrijf zijn banden met de regering van president George W. Bush misbruiken om lucratieve contracten in de wacht te slepen. Mattel staat op de lijst vanwege de productie van met lood vergiftigd kinderspeelgoed en lobbyen tegen een verbod op het gebruik van andere giftige chemicaliën. Nestlé wordt beschuldigd van ontduiking van arbeidsrecht en de inzet van kinderen. Fastfoodgigant Wendy’s is in beeld vanwege de manier van zakendoen. Het bedrijf zou zich volgens CAI niet aan de etiketteringregels op het gebied van voedingswaarde houden en bijdragen aan overgewicht bij kinderen en “de diabetesepidemie”. Wendy’s is de grootste fastfoodketen na McDonalds en Burger King.
Tot nu toe hebben 10.000 mensen gestemd voor de Hall of Shame-verkiezing. Vorig jaar stemden in totaal 20.000 mensen. Toen kwamen ExxonMobil, Haliburton en Wal-Mart als ‘winnaars’ uit de bus. Op 4 juli sluiten de ‘stembussen’.