Milieuzorg is geen Gucci-handtas

Nieuws

Milieuzorg is geen Gucci-handtas

Jim Lobe

01 september 2005

Investeringen aantrekken, economische groei stimuleren en andere traditionele recepten voor armoedebestrijding werken in de stad, maar doen niets voor de armen op het platteland. Een onderzoek dat mee ondertekend is door de Wereldbank stelt voor het over een andere boeg te gooien. Milieuzorg is geen luxe, en ontwikkelingssamenwerking moet arme gemeenschappen betrekken bij het beheer van bossen, weilanden en visgronden.

De voortdurende kaalslag van bossen en andere natuurlijke rijkdommen is in veel arme landen veel verder gevorderd dan in het rijke Westen. Recente studies zoals het Milennium Ecosystem Assesment tonen aan dat de aantasting van ecosystemen op veel plaatsen in het Zuiden zo sterk gevorderd is dat ze de toekomst van arme landen hypothekeert.

Het zopas gepubliceerde tweejaarlijkse rapport van het World Resources Institute (WRI) bevestigt die bevinding. De zorg voor het milieu wordt nog altijd beschouwd als een handtas van Gucci: een luxe die enkel betaalbaar is als de basisbehoeften vervuld zijn. Maar deze studie werpt die mythe omver: het natuurlijke kapitaal is even belangrijk als menselijk en financieel kapitaal, zegt Klaus Toepfer, de baas van UNEP, het milieuprogramma van de VN.

In de traditionele ontwikkelingssamenwerking is het milieu nog te veel een bijgedachte, luidt de conclusie van het rapport. De multilaterale en nationale donoren en ook veel ngo’s zien het aandeel van ecosystemen in de welvaart van landen systematisch over het hoofd. De traditionele recepten voor armoedebestrijding zijn te sterk gericht op armen in een stedelijke omgeving.

Banen scheppen, buitenlandse investeringen aantrekken en de handel stimuleren zijn de mantra’s van de orthodoxe ontwikkelingssamenwerking. Maar driekwart van de drie miljard mensen die onder de armoedegrens leven, wonen op het platteland. En voor die mensen werken die recepten niet. Arme mensen halen hun levensmiddelen uit hun onmiddellijke omgeving en zijn daardoor zeer kwetsbaar voor de aftakeling van bossen, visgronden, riffen, weilanden en mineralen.

De Wereldbank, de grootste financier van ontwikkelingsprojecten, UNEP en UNDP ondertekenden het rapport. Dat geeft die analyse een semi-officiële status.

Armoedebestrijding op het platteland moet zich volgens het WRI bezighouden met landrechten en andere maatregelen die de armen betrekken bij het beheer van ecosystemen. Het rapport bevat een batterij van goede voorbeelden, waaronder het beheer van de wildparken in Namibië en Tanzania, het herstel van de visgronden op de Fiji-eilanden en het beheer van de waterscheiding in het Indiase Maharashtra.

Als arme gezinnen weilanden, bossen of visgronden zelf gaan beheren, dan stijgt de productiviteit van die lokale ecosystemen. Als dat gepaard gaat met eigendomsrechten en een sterkere inspraak in de instellingen, dan zien de armen zelf hun inkomens stijgen. Het is essentieel, zegt het WRI, dat bedrijven die mensen betrekken als ze investeren in grote infrastructuurwerken als mijnen, boorinstallaties of bosbouw. (MM/ADR)