Minder kernwapens, meer kerncentrales
Johan Denis
21 oktober 2008
De eerste vergadering van een nieuwe internationale commissie (ICNND) over de niet-verspreiding van kernwapens is van start gegaan in Sydney (19 – 21 oktober). Het doel is de conferentie in 2010 voor te bereiden waarin het Verdrag over de niet-verspreiding van kernwapens (NPT) uit 1970 herzien zal worden.
De commissie werd in het leven geroepen door de Australische premier Kevin Rudd nadat hij in juni Hiroshima bezocht had. Die stad werd op 6 augustus 1945 grotendeels verwoest door de eerste atoombom. De ICNND wordt voorgezeten door de voormalige Australische premier Gareth Evans en de voormalige Japanse buitenlandminister Yoriko Kawaguchi.
Aartsrivalen in commissie
In de commissie zetelen commissarissen uit de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad (de VS, het VK, China, Rusland en Frankrijk), maar ook uit Indonesië, Duitsland, Zuid-Afrika, Noorwegen, Saoedi-Arabië en Mexico.
Ook zitten er commissarissen uit buurlanden India en Pakistan in de ICNND. Geen van beide aartsrivalen heeft zich ooit geëngageerd in gesprekken over de niet-verspreiding van kernwapens sinds het ontstaan van het NPT. Hoewel de twee commissarissen niet formeel hun regeringen vertegenwoordigen, wordt hun deelname toch gezien als een teken van vooruitgang.
Gareth Evans zei dat de wereld nooit een nucleaire ontwapening kan bereiken tenzij landen die weigerden het NPT te tekenen - zoals India, Pakistan, Israël en Noord-Korea - bij het proces betrokken zouden worden.
“We denken dat de timing net goed is om enig succes te bereiken,” zei Australisch buitenlandminister Stephen Smith en voegde eraan toe dat hij het een “een zeer sterke commissie” vond. Gevraagd of landen met kernwapens die wapens zouden opgeven zei Smith: “We hopen het in elk geval. Ik gebruik de term ‘nabije toekomst’ niet, maar het is de langetermijndoelstelling van de Australische regering de aanmaak en het bezit van kernwapens te stoppen.”
Hulp bij bouw kerncentrales
Anderzijds hebben zowel India als Pakistan partners gevonden die moeten helpen om hun (kern)energiehonger te stillen. Eind september is in de VS het controversiële akkoord met India goedgekeurd om het land te voorzien van kernbrandstof, voor burgerlijk gebruik weliswaar. Dit werd niet goed onthaald in Pakistan en het land vroeg de VS om een evenwaardige behandeling. Die kreeg het niet. Vorige week is de Pakistaanse president Asif Ali Zardari op zijn eerste buitenlandse bezoek geweest, dat hem in China bracht.
In Peking verkreeg Pakistan wel wat het wilde. China zal het land helpen nog twee kernenergiereactoren te bouwen. China heeft Pakistan al geholpen met de bouw van een kerncentrale in Chashma, ongeveer 200 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad Islamabad. Een tweede centrale wordt gebouwd en verwacht in 2011 klaar te zijn.
Chinese leiders “erkennen Pakistans nood, en China is een land dat zich in internationale fora duidelijk uitgesproken heeft tegen de discriminerende natuur” van het akkoord tussen de VS en India, zei de Pakistaanse buitenlandminister Shah Mahmood Qureshi. De groei van de nucleaire industrie doet bij velen vragen rijzen naar de veiligheid wegens de militante activiteiten en politieke instabiliteit in Pakistan.
Maar het zijn niet enkel de VS en China die hebben aangekondigd andere staten te helpen bij de bouw van kerncentrales. Zo gaat Rusland landen als Iran en Venezuela op dezelfde manier steun verlenen.