Misdaden tegen de menselijkheid in Myanmar
Steffi Vermeire
22 april 2013
Uit een rapport dat mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) maandag publiceerde, blijkt dat in Myanmar nog steeds op grote schaal geweld wordt gepleegd tegen de Rohingya, een moslimminderheid uit de deelstaat Rakhine. De ngo spreekt over etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid waar ook de Myanmarese overheid een grote rol in speelt. Hierdoor komen de onderhandelingen omtrent de opschorting van de Europese sancties tegenover het Aziatische land opnieuw op de helling.
Etnische zuiveringen
Volgens HRW is er nog steeds geen einde gekomen aan het geweld tegen de Rohingya’s. In het 153-pagina tellend rapport “All you can do is pray” wordt de rol van de Myanmarese overheid beschreven in praktijken die sterk lijken op etnische zuivering. Zo werkten lokale overheden en veiligheidsdiensten mee aan aanvallen op de minderheidsgroep en werden in oktober 2012 meer dan 125.000 moslims gedwongen ontheemd. De Britse omroep BBC toonde maandag videobeelden van boeddhistische Myanmarezen die Rohingya’s aanvallen en hun huizen vernietigen terwijl agenten toekeken.
“De Myanmarese overheid was betrokken in een campagne van etnische zuivering tegen de Rohingya. Vandaag de dag wordt dit beleid doorgezet onder de vorm van hulpweigering en gedwongen ontheemding,” licht Phil Robertson van HRW toe. “De overheid moet onmiddellijk een halt toeroepen aan deze misbruiken en de geweldplegers bestraffen. Indien niet zal ze verantwoordelijk zijn voor verder escalerende wanpraktijken tegen de etnische en religieuze minderheidsgroepen in het land.”
‘Meest vergeten volk ter wereld’
Volgens het HRW rapport leven meer dan 125.000 Rohingya’s in kampen in Rakhine waar er een schrijnend gebrek aan humanitaire hulp is. In de vaak overbevolkte kampen ontbreekt drinkbaar water, voedsel, sanitaire voorzieningen en medische verzorging. De VN noemden de Ronhingya eerder al één van de meest onderdrukte en vergeten volkeren ter wereld.
In 1982 ontnam de leider van de toenmalige militaire junta, Ne Win, de Ronhingya’s hun burgerrechten. Hierdoor werden zij staatloos en niet meer erkend als officiële minderheid. Sindsdien mogen ze geen land meer bezitten, hun religie niet meer praktiseren, geen bedrijf runnen en slechts na goedkeuring trouwen. Door de erbarmelijke omstandigheden waarin zij leven, vluchtten reeds meer dan 250.000 Rohingya’s naar buurland Bangladesh.
Opschorting Europese sancties
Meer dan twintig jaar lang heeft de Europese Unie Myanmar scherpe sancties opgelegd. Deze werden vorig jaar opgeschort om de democratische hervormingen in het land te ondersteunen. De opschorting gold toen voor één jaar. De EU-landen vonden zo een compromis tussen de lidstaten die de sancties graag volledig kwijtschelden en de landen die ze liefst wilden behouden, zoals Groot-Brittannië. De kritiek van HRW komt op het moment dat de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-lidstaten zich opnieuw buigen over de vraag of de sancties nu wel of niet definitief opgeschort moeten worden. De mensenrechtenorganisatie vindt dit in ieder geval nog veel te vroeg.