Moedersterfte wereldwijd bijna gehalveerd
Thalif Deen
17 mei 2012
Het aantal vrouwen dat overlijdt aan complicaties tijdens de bevalling of zwangerschap is in de afgelopen twintig jaar bijna gehalveerd. Dat blijkt uit cijfers uit een gisteren (woensdag) gepresenteerd rapport.
Hoewel nog steeds elke twee minuten een vrouw sterft aan complicaties, zoals ernstige bloedingen, infecties, hoge bloeddruk en onveilige abortussen, zijn de ontwikkelingen hoopvol, stellen de auteurs van het gezamenlijke rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie, het VN-Bevolkingsfonds, de Wereldbank en het VN-Kinderfonds Unicef.
Volgens de Verenigde Naties (VN) komt 90 procent van alle moedersterfte voor in de 132 ontwikkelingslanden in de wereld. Het aantal jaarlijkse doden daalde in de afgelopen twintig jaar echter van meer dan 543.000 tot 287.000, een daling van 47 procent.
In bijna alle regio’s werd aanzienlijke vooruitgang geboekt. Veel landen, vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara, zullen er echter niet in slagen om de moedersterfte met 75 procent terug te brengen voor 2015. Het reduceren van de moedersterfte met 75 procent is een van de millenniumdoelen van de VN.
Nigeria en India
Een derde van alle moedersterfte komt voor rekening van twee landen: Nigeria en India. In 2010 telde India 56.000 gevallen (20 procent) en Nigeria 40.000 gevallen (14 procent). Van de veertig landen met de hoogste moedersterfte, liggen er 36 in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Overige landen een hoge moedersterfte kennen, zijn de Democratische Republiek Congo (15.000 doden), Pakistan (12.000), Soedan (10.000), Indonesië (9.600), Ethiopië (9.000), Tanzania (8.500), Bangladesh (7.200) en Afghanistan (6.400).
Tegelijkertijd hebben tien landen het millenniumdoel om de moedersterfte met 75 procent te verminderen, al bereikt. Dit zijn Wit-Rusland, Bhutan, Equatoriaal Guinea, Estland, Iran, Litouwen, de Malediven, Nepal, Roemenië en Vietnam.