Moratorium walvisvangst nog een jaartje gered
Mattias Creffier
23 juli 2004
De Internationale Walviscommissie (IWC) heeft zich er donderdag op haar jaarvergadering in het Italiaanse Sorrento toe verplicht volgend jaar een plan voor duurzame walvisvangst op tafel te leggen. Zo’n stap is nodig om ervoor te zorgen dat de IWC niet alle relevantie verliest in de controle op de walvisvangst, zo klinkt het bij gematigde tegenstanders van de walvisvangst.
Ondanks het huidige moratorium doden Noorwegen en Japan 1400 walvissen per jaar. Tot de gematigde tegenstanders behoren landen als Denemarken – dat de resolutie voor een plan voor duurzame walvisvangst indiende – en verder Nederland, Spanje, Italië, Brazilië en de VS. De resolutie geeft een speciale werkgroep de opdracht tegen de volgende IWC-jaarvergadering in Zuid-Korea met een definitief voorstel voor een beperkte en gecontroleerde walvisvangst te komen. Dat moet het sinds 1986 geldende moratorium op commerciële walvisvaart vervangen. Zo’n ‘Revised Management Scheme’ wordt door de harde tegenstanders van de walvisjacht - Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland - sinds jaren op de lange baan geschoven.
Het Deense voorstel wil voor enkele walvissoorten quota uitschrijven en voorziet een proeftijd van vijf jaar waarin walvissen uitsluitend in kustwateren mogen worden gevangen. Inspecteurs aan boord van walvisschepen en DNA-controles moeten ervoor zorgen dat er geen vlees van beschermde soorten in Japan als walvissushi op tafel komt.
De tekst die donderdag bij consensus werd aangenomen, bevat echter een belangrijk verschil met het originele Deense voorstel, zo stelt Greenpeace-campagneleider John Frizell. “De originele tekst verplichtte de IWC ertoe het plan in Zuid-Korea te aanvaarden. De versie die uiteindelijk werd goedgekeurd zegt alleen dat het plan in overweging moet worden genomen”.
Greenpeace blijft fundamenteel gekant tegen commerciële walvisvangst. Frizell gelooft niet dat Japan van plan is zich aan de vangstbeperkingen te houden. Als bewijs van Tokio’s kwader trouw verwijst hij naar een Japans voorstel om het beschermde walvisreservaat rond de zuidpool te ontmantelen. Dat idee vond op de IWC-vergadering geen meerderheid. De voorstanders van de walvisjacht zijn er wel in geslaagd de oprichting van twee nieuwe reservaten, in de zuidelijke Atlantische en Stille Oceaan, te blokkeren.
De coalitie rond Japan, Noorwegen en IJsland moest voor de rest vooral nederlagen incasseren. Moratoriumgezinde landen slaagden erin een resolutie te laten goedkeuren die de vangst met explosieve harpoenen “wreed” noemt en de IWC vraagt onderzoek te doen naar meer humane vangstmethoden. Tokio ving verder bot met een voorstel om de stemmingen binnen de commissie voortaan in het geheim te laten plaatsvinden.
Om het moratorium volgend jaar te laten vervangen door een duurzaam vangstschema zijn drie vierde van de IWC-stemmen nodig. Dat betekent dat Japan waarschijnlijk zijn inspanningen verderzet om ontwikkelingslanden aan zijn zijde te krijgen. Ook dit jaar hebben nieuwkomers als Suriname, Ivoorkust, Mauretanië en Tuvalu, overwegend de Japanse standpunten gesteund.
Japan herhaalde na afloop van de vergadering zijn dreigement om de IWC te verlaten en een eigen organisatie op te richten. “We hebben een legitiem cultureel recht om overvloedige walvissoorten te oogsten als voedsel”, zei walviscommissaris Minoru Morimoto, “Zij die ons dat recht willen ontzeggen, dwingen ons onze doelen te realiseren buiten de IWC.” (ADR)