Moslims willen fatwa tegen omstreden veiligheidswet
Anil Netto
01 september 2004
Islamitische rechtsgeleerden moeten een fatwa (verordening) afkondigen tegen de Binnenlandse Veiligheidswet in Maleisië. Dat vraagt een groep van 22 gevangenen in dat land die op grond van de wet voor onbepaalde tijd zonder proces vastzitten. Ze beweren dat ze zich tijdens politieverhoren moesten uitkleden, seksuele handelingen stellen en water van de vloer oplikken. Het verzoek van de gevangenen krijgt steun van andere moslims.
De 22 gevangenen stuurden vorige week een handgeschreven brief van tien kantjes naar het hoofd van de Maleisische nationale raad van moefti’s (islamitische rechtsgeleerden) en een kopie naar het onafhankelijke nieuwsportaal ‘Malaysiakini.com’. Ze willen dat de raad de Binnenlandse Veiligheidswet in tegenspraak met de islam verklaart. De meeste gevangenen zijn beschuldigd van lidmaatschap vermeende regionale terroristische groepen als het Jemaah Islamiah en de Kumpulan Militan Malaysia. Sommige mensen in Maleisië betwijfelen of deze groepen zelfs maar bestaan.
De wet in verband met de ‘preventieve detentie’ dateert van 1960 en werd toen ingezet tegen het communistische verzet. De Maleisische regering beweert dat de wet vandaag nog steeds nodig is omdat andere rechtsregels onvoldoende bescherming bieden tegen de dreiging van terrorisme en extremistische groepen. Ze ontkent dat er op grond van de wet mishandelingen plaatsgrijpen.
Volgens de bepalingen van de wet kunnen mensen vrijwel oneindig lang worden vastgehouden zonder proces. Na een ondervragingsperiode van 60 dagen kunnen ze voor verlengbare periodes van twee jaar naar een speciaal centrum worden gezonden voor ‘rehabilitatie’. Momenteel zitten zo’n 100 mensen op basis ervan vast in het Kamunting gevangenenkamp ten noorden van Kuala Lumpur. De meesten onder hen zijn moslims die werden opgesloten wegens vermeende betrokkenheid bij militante groepen. De wet werd eerder ook gebruikt tegen mensen betrokken bij paspoortvervalsing en tegen valsemunters.
De wet is de inzet van hevig debat in Maleisië. Tegenstanders vinden dat de wet de mensenrechten schendt, met name het recht op een eerlijk proces. Mensen die op grond van de wet gevangen zaten, sommen een litanie op van mentale en soms fysieke mishandeling, vooral tijdens de ondervragingsperiode de eerste 60 dagen. Ook de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch uitte zijn bezorgdheid over de toestand in de gevangenissen en riep de Maleisische overheid op onafhankelijke waarnemers toe te laten.
Het verzoek van de gevangenen is heel terecht, want tot dusver hebben de moefti’s wel al gezegd dat de wet tegen de islam is, maar ze hebben nog officieel standpunt of fatwa bekend gemaakt over de wet, zegt Syed Ibrahim Syed Noh, het hoofd van een van de werkgroepen tegen de Binnenlandse Veiligheidswet. Zaid Kamaruddin, de voorzitter van een moslimgroep die een van de luidste stemmen is tegen de wet, stelt dat gevangenneming zonder recht op proces ingaat tegen de islamitische principes. Hij is er zeker van dat een officieel standpunt van de islamgeleerden over de wet belangrijk zou zijn. Daarop zou de regering wel moeten reageren. (ADR/PD)