'Multilatinas' veroveren de wereld
Marcela Valente
24 maart 2011
Economische groei in Latijns-Amerika leidt tot de expansie van bedrijven uit de regio in de hele wereld, zelfs in landen van het geïndustrialiseerde Noorden die vroeger onbereikbaar leken.
Maar draagt die expansie, die vroeger werd aangevoerd door de Verenigde Staten, Japan en Europese landen zoals Duitsland, bij aan de ontwikkeling in de landen waar de multinationals vandaan komen, of verdwijnt het geld vooral in de zakken van de elite?
“Daar maken we ons zorgen over”, zegt Bernardo Kosacoff, directeur van het Centrum voor Ondernemerschap, Concurrentie en Ontwikkeling van de particuliere Universiteit van San Andrés in Argentinië. Maar hij voegt er direct aan toe dat “het verkeerd zou zijn om minder welvaart te produceren” om te voorkomen dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt. “We hebben een beleid nodig en regels die ervoor zorgen dat de rijkdom niet alleen naar de bedrijven gaat, maar dat die ook bijdraagt aan de ontwikkeling van het land.”
Kosacoff, voormalige directeur van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben (Eclac) in Argentinië, benadrukt dat om te groeien, banen en deviezen te creëren, en belastingen te betalen, bedrijven zich niet kunnen beperken tot de binnenlandse markt.
“Internationalisering zorgt absoluut voor ontwikkeling. Niet alleen in de startfase, als bedrijven exporteren, maar ook als ze beginnen te innoveren en netwerken van leveranciers en banen ontstaan. Dat heeft impact op het land”, zegt hij.
Kleinere landen
Argentinië was in dat opzicht een pionier. Brazilië, waar de meeste van de meer dan vijfhonderd multinationals vandaan komen, heeft momenteel de leiding, gevolgd door Mexico.
Braziliaanse bedrijven zoals mijnbouwgigant Vale of het staatsoliebedrijf Petrobrás en Mexicaanse bedrijven zoals Cementos Mexicanos (Cemex) of broodbakker Bimbo spelen niet langer alleen een dominante rol in Latijns-Amerika. Ze roeren zich inmiddels ook op de Amerikaanse markt en in andere regio’s. Het zijn de aanvoerders van de economische globalisering.
De bedrijven houden zich niet alleen bezig met de exploitatie van grondstoffen zoals mineralen of granen. Het gaat ook om bedrijven die zich richten op cosmetica, gastronomie, telecommunicatie en de luchtvaartindustrie.
De Latijns-Amerikaanse expansie beperkt zich ook niet tot grote economieën in de regio. Multilatinas komen ook uit landen zoals Colombia, Chili, Guatemala en Peru.
Hoge grondstofprijzen
“De opkomst van deze bedrijven heeft zeker te maken met de economische groei in Latijns-Amerika en de hoge grondstofprijzen”, schrijft Lourdes Casanova in het boek ‘De Multilatinas a Global Latinas’.
Nadat veel bedrijven, op zoek naar nieuwe markten, al bezig waren met internationalisering, nam die pas echt een vlucht na 2003, toen de economie in de regio begon te groeien met gemiddeld 5 procent per jaar.
Casanova, die werkt voor onderzoeksinstituut Insead in Frankrijk en een door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank gefinancierd onderzoek deed, bestudeerde elf Latijns-Amerikaanse bedrijven. Tot die bedrijven hoorden Bimbo met 100.000 werknemers in 17 landen, Cemex met 57.000 werknemers in 33 landen en telefoonbedrijf América Móvil, dat meer dan 200 miljoen klanten heeft in 18 landen.
Na de publicatie van het boek werd Bimbo, de grootste broodproducent van Latijns-Amerika, actief in de Verenigde Staten. Daar nam het de bakkerijafdeling van Sara Lee Corporation over.
Casanova verdiepte zich ook in de Braziliaanse bedrijven Embraer (een vliegtuigbouwer), cosmeticaproducent Natura, Petrobrás en Vale. De laatste twee bedrijven zijn actief op elk continent.