Musharraf muilkorft de media

Nieuws

Musharraf muilkorft de media

Zofeen Ebrahim

08 november 2007

De televisie-industrie in Pakistan, met uitzondering van de staatszender, kwam afgelopen zaterdag tot stilstand toen president Musharraf de noodtoestand uitriep. Ook andere media zijn aan banden gelegd.

“Ik zeg altijd wat gezegd moet worden, en dat zal ik blijven doen”, zegt Syed Talat Hussain, presentator van een populair actualiteitenprogramma op Aaj TV. De nieuwszender was de eerste van de dertig in het land die afgelopen zaterdag overvallen werden door de politie. Volgens Hussain kwamen dertig mensen zonder gerechtelijk bevel binnen, knoeiden met de apparatuur en namen de bestelwagens met zendapparatuur mee.
Dit is maar een van de acties die de laatste maanden door de regering zijn uitgevoerd om de media aan banden te leggen. Volgens de Pakistaanse Federale Unie van Journalisten (PFUJ) zijn zowel tv-kanalen als radiozenders overvallen en is de apparatuur in sommige gevallen geconfisqueerd.
Sinds Musharraf in 1999 aan de macht kwam, zijn al 21 journalisten vermoord. “De pluraliteit en de kwaliteit schoten omhoog bij de opkomst van onafhankelijke zenders”, meldde de mediawaakhond Reporters Without Borders (RSF). “Maar de veiligheidsdiensten kozen voor een radicale repressie: het leger ontvoert en martelt journalisten.”
Musharraf rechtvaardigde de noodtoestand in een toespraak voor het volk door te verwijzen naar het groeiende geweld in Pakistan. Ook vond hij dat de rechterlijke macht haar bevoegdheden overschreed. De media noemde hij “onverantwoordelijk”.
“Vooral de elektronische media worden beschuldigd van sensatiezucht,” zegt Zohra Yusuf van de onafhankelijke Mensenrechtencommissie van Pakistan, “en al klopt dat in sommige gevallen wel, het is aan de kijkers om dat te bepalen.” Yusuf vindt de reactie van de regering “beangstigend”. “In plaats van de crisis aan te pakken wordt de boodschapper neergeschoten.”
Met twee amendementen zijn de media afgelopen week aan banden gelegd. Ze mogen het staatshoofd, het leger en de regering niet beledigen, en ze mogen niets drukken of uitzenden dat “de ideologie van Pakistan of zijn veiligheid in gevaar brengt of haat tussen religies aanwakkert”.
Volgens Ayaz Amir, columnist bij het Engelstalige dagblad ‘Dawn’, zal dit leiden tot zelfcensuur, terwijl er juist nu media nodig zijn die zich uitspreken. “We gaan weer terug naar hoe het was onder het wrede bewind van Zia-ul-Haq, tussen 1977 en 1988.” Volgens Amir gelden de beperkingen vooral voor de elektronische media, die achter de ontslagen opperrechter Iftikhar Muhammad Chaudhry bleven staan. Chaudry staat nu onder huisarrest omdat hij in de opmaat naar de noodtoestand de provisionele grondwet niet wilde tekenen.
Internet controleren lukt Musharraf echter niet. Details over de arrestaties van activisten en advocaten, en over de beste manier om verboden tv-zenders via internet te bekijken worden uitgewisseld als nooit tevoren.
Journalisten zijn verre van gedemoraliseerd. Zo ook Hamid Mir, directeur van Geo TV: “Mij is verteld dat ik wordt gearresteerd als ik me niet gedraag, maar met die tactiek maken ze mij niet bang.”
Intussen wijst het zwijgen van de mediabazen op niet veel goeds. “Ze onderhandelen met de regering”, zegt Mazhar Abbas, secretaris-generaal van de PFUJ. Hij vreest dat ze zullen toegeven aan de eisen van de regering, zoals in het verleden.
“De baronnen zullen het op een akkoordje gooien”, voorspelt Shamim-ur-Rehman, voorzitter van de Journalistenvakbond van Karachi. “Het is oneerlijk om een protest te beginnen en de levens en de banen van journalisten op het spel te zetten, als zij niet achter ons blijven staan.”