Natuurbeschermers focussen te veel op minder belangrijke gebieden
IPS
16 juni 2015
Natuurbeschermers focussen vaak op gebieden die eigenlijk minder belangrijk zijn. Een organisatie van milieuwetenschappers stelt een nieuwe methode voor om dat te vermijden.
Hoe bepaal je welk gebied voorrang krijgt bij de bescherming van dieren en planten? Daarvoor gebruik je meestal gegevens over die dieren en planten, gegevens die aangeven of een bepaalde soort al dan niet voorkomt in een bepaald gebied.
Die geven inderdaad een indicatie, maar die volstaat niet, zegt Sam Veloz van de Point Blue Conservation Science, een Amerikaanse organisatie van milieuwetenschappers, in de vakpublicatie Conservation Biology.
Ook hoe vaak
Het is niet alleen belangrijk of een soort ergens voorkomt of niet, ook hoe vaak de soort er voorkomt, is van tel, zegt Veloz. Daar kruipt natuurlijk een pak meer werk in maar leidt tot betere resultaten.
Zijn team deed de test. Ze wilden de vogelsoorten aan een deel van de Amerikaanse westkust in kaart brengen. Ze verzamelden daarvoor gegevens van bijna 1 miljoen nieuwe vogelobservaties uit 23 studies en van het California Avian Data Center, dat door Point Blue Conservation Science wordt beheerd. Door al die cijfers te combineren krijg je een beter zicht op de densiteit van een bepaalde soort.
Vervolgens kenden de onderzoekers prioriteiten toe voor vogelbescherming. Ze deden dat eerst op de klassieke manier, enkel op basis van aanwezig/afwezig-data, en vervolgens op de nieuwe manier, op basis van densiteitcijfers.
Betere inschatting
“We stelden vast dat de conserveringsprioriteiten op basis van aanwezig/afwezig-data te veel waarde toekenden aan gebieden die weinig belangrijk zijn voor natuurbescherming en te weinig belang toekenden aan gebieden die wel belangrijk zijn voor natuurlijkbescherming”, zegt Veloz.
De beslissingen op basis van densiteit maakten een betere inschatting van de reële situatie.
Het is daarom van groot belang dat wetenschappers zoveel mogelijk cijfergegevens over dieren- en plantensoorten uitwisselen, zegt Veloz. “Als we allemaal zou samenwerken om data te delen, dan zouden we betere prioriteiten kunnen stellen en belangrijke habitats kunnen beschermen.”