Natuurrampen domineren televisienieuws VS
Jim Lobe
11 januari 2006
De drie grote Amerikaanse nieuwszenders ABC, CBS en NBC besteedden in 2005 bijna een vijfde van hun zendtijd aan natuurrampen. Dat is meer dan het driedubbele dan andere jaren. Irak krijgt maar half zoveel aandacht als in 2003.
Amerikaanse televisiekijkers kregen het afgelopen jaar vooral rampen te zien tijdens het avondnieuws. De orkanen Katrina, Rita en Wilma, de naweeën van de tsunami van 26 december 2004 en de aardbeving in Kasjmir waren samen goed voor bijna twintig procent van de nieuwsuitzendingen. Dat blijkt uit het jaarlijkse Tyndallrapport, de meest gezaghebbende studie over televisienieuws in de VS.
Irak was goed voor 15 procent van de nieuwszendtijd. Het land komt daarmee nog steeds op de tweede plaats, maar verliest wel een derde zendtijd ten opzichte van 2004 en meer dan de helft in vergelijking met 2003.
Deze shift heeft evenveel te maken met de uitzonderlijke natuurrampen in 2005 als met een terugkeer naar business as usual, zeggen analisten.
Ondanks al het gepraat over hoe de wereld en daarmee ook de journalistiek na 9/11 was veranderd, duurde het niet lang voor de nieuwsmedia terugvielen in de vertrouwde patronen. Natuurrampen gaan boven politieke rampen, het bizarre boven het dagelijkse en beroemdheid boven gewone mensen, zegt William Dorman, die communicatiewetenschap doceert aan de California State University in Sacramento.
Tijdens hevige gevechten waaraan Amerikaanse troepen deelnemen, verslaat oorlogsnieuws al het andere nieuws. Maar eens het grote gevecht voorbij, en de harde dobber van het verzet begint, schuift het spotlicht door naar verhalen die eenvoudiger te vertellen zijn, vervolgt hij.
Dan Hallin, professor aan de Universiteit van Californië, vindt het ironisch en verontrustend dat de media-aandacht voor Irak afneemt, precies nu het debat over wat er moet gebeuren in Irak oplaait.Het wijst natuurlijk op de aantrekkingskracht van berichtgeving over natuurrampen, maar ook op het feit dat oorlog als televisieverhaal minder aantrekkelijk wordt als het eerder een politiek verhaal en een twistpunt wordt.
Na Irak en de natuurrampen waren de populairste verhalen die over de dood van de paus, de bomaanslagen in Londen en de zaak van Terry Schiavo, de vrouw die sinds 1990 hersendood was en wier lot onderwerp werd van een ang aanslepend juridisch en politiek gevecht.
De tien procent Amerikanen die dagelijks afstemmen op minstens een van de drie avondlijke nieuwsshows, kregen een allesbehalve geruststellend beeld van de wereld voorgeschoteld. Naast de orkanen, de tsunami en de aardbeving in Kasjmir, figureerde ook de angst voor een vogelpestpandemie in de top twintig van onderwerpen.
Afrika en Latijns-Amerika verschenen zo goed als niet op de radar van de nieuwszenders. Aids in Afrika, dat meer dan twee miljard mensen doodde, kreeg amper 15 van de in totaal 14.000 minuten zendtijd. Die waren vooral gewijd aan de besprekingen van de G8 over schuldkwijtschelding en verhoogde ontwikkelingshulp, en de daarmee samenhangende concerten van rockster Bono en andere wereldsterren vorige zomer. Hoewel Bush zelf het aanslepende geweld in het Sudanese Darfur eind 2004 had bestempeld als genocide, was ook dat maar goed voor 20 luttele minuten - daarmee wel het grootste Afrikaverhaal van het jaar. De hongersnood in Niger, die naar schatting tienduizenden kinderlevens eiste, was voor de media negen minuten waard.
Klimaatopwarming kreeg uitsluitend aandacht binnen het verhaal van de orkanen, zegt Tyndall. De mogelijkheid dat klimaatverandering de intensiteit van de orkanen had verhevigd was de vierde of vijfde invalshoek die het avondnieuws gebruikte bij berichtgeving over Katrina. (ADR/PD)