Nederland krijgt eigen Sociaal Forum
Marc Doodeman
17 november 2003
In 2004 wordt zo goed als zeker een Nederlands Sociaal Forum (NSF) opgericht, een lokale variant van het Wereld Sociaal Forum (WSF) en het Europees Sociaal Forum (ESF). Op het ESF in Parijs vorige week vonden besprekingen over één Nederlandse beweging plaats. Maar het slagen daarvan is ook de verantwoordelijkheid van de media, meent Novib.
Verschillende niet-gouvermentele organisaties (NGO’s), waaronder Novib en Milieudefensie, melden dat de oprichting van een NSF binnen één jaar zeer waarschijnlijk is.
Ook Olivier Hoedeman, anders-globalist, onderzoeker en campagnevoerder voor Corporate Europe Observatory (CEO) denkt dat de beweging er zal komen. De Nederlandse NGO`s werken volgens hem actiever mee dan ooit.
Nederland kent op dit moment geen nationale overkoepelende beweging die zich bezighoudt met mondiale en nationale thema’s zoals duurzaam ondernemen, milieu, democratie en sociaal beleid. Hoedeman: Op dit moment staat de sociale beweging op dit gebied in Nederland nog duidelijk in de kinderschoenen.
De sociale beweging of andersglobalistische beweging heeft in Nederland geen leiders. Op lokaal niveau gebeurt er nog weinig, al zijn er een paar voorzichtige aanzetten geweest zoals de oprichting van Keer het Tij, een actieplatform van 350 belangenorganisaties, vorig haar. In september brachten zij nog 25.000 mensen op de been tegen het beleid van Balkenende.
Aapje kijken
Toch verzamelden zich vorige week toch zo´n 350 Nederlanders in Parijs voor het ESF. Niettemin was Kees Hudig, voorman van de het anti-mondialistische projectenfonds XminY, niet enthousiast over de Nederlandse deelname aan het Europese Forum. Hij vindt dat de Nederlandse groeperingen eerst lokaal wat zaken moeten opbouwen. Hudig: Het ESF heeft vooral zin als je lokale campagnes wilt laten aanhaken bij internationale. Als je lokaal niets doet, ga je bij het ESF eigenlijk aapje kijken en met de mode meedoen.
Hudig wijst naar Keer het Tij. Deze groep gebruikt het Europees Forum vooral om mee te liften op het spektakel. Maar Keer het Tij zelf zegt de gelegenheid juist aan te grijpen om te praten over het starten van Nederlandse beweging. De groep heeft in de Franse hoofdstad speciaal daarvoor een Nederlandse workshop georganiseerd.
Tegenstrategieën
Ook Hoedeman vindt de Nederlandse deelname belangrijk. De Nederlandse groepen kunnen in Europa contacten opdoen met bewegingen die ervaring hebben met rechtse regeringen, zoals Italië en Denemarken. Zo kunnen de groepen leren wat effectieve tegenstrategieën zijn. Volgens hem hebben deze contacten nu al opgeleverd dat er een Europees netwerk is dat strategieën uitwisselt.
De nieuwe Europese contacten en de mogelijke oprichting van een NSF tonen de ambitie van de ngo’s en de belangengroepen. Maar maakt de beweging wel kans op slagen in Nederland? Het lijkt er in ieder geval op dat er een vruchtbare ondergrond voor een Nederlandse sociale beweging bestaat.
Hoedeman: Het Nederlandse politieke klimaat speelt de nieuwe tegenstroming in de kaart. Ook Judith de Jong, campagnevoerder voor Keer het Tij, denkt er zo over. Het sociale stelsel wordt door de regering Balkenende afgebroken. Pensioenen, sociale uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gaan allemaal op de schop. Bijstandsmoeders, arbeidsongeschikten, chronisch zieken en werklozen krijgen de klappen. Bovendien lijkt er langzaam een nieuwe generatie actievoerders op te staan, waarvan Keer het Tij en Alert uit Groningen als exponenten van het nieuwe elan worden gezien. Alert organiseerde vorige week de busreizen naar het ESF in Parijs.
Ondanks het veranderde politieke klimaat en de nieuwe generatie actievoerders merkten de Nederlandse burgers tot op heden echter nauwelijks wat van de andersglobalisten. Uitzonderingen hierop waren de landelijke demonstratie ‘Stop de Oorlog tegen Irak’ in februari en de demonstratie in september in Amsterdam tegen het regeringsbeleid.
Geen duidelijke leiders
Nederland heeft tot nu toe maar een kleine groep ambitieuze ‘anders-denkers’ voortgebracht. Hoedeman verklaart dat uit het poldermodel van de jaren 90. Het poldermodel werkte depolitiserend. De actiegroepen werden op deze manier gemarginaliseerd.
Ook heeft Nederlandse nuchterheid invloed op de actiebereidheid van veel Nederlanders, denkt Novib-beleidsadviseur Bertram Zagema, die dit jaar verslag deed van zijn onderzoeksreis door Mexico in het boek ‘Casino Mexico, Winnaars en verliezers van de globalisering’. Het Nederlandse gebrek aan temperament lijkt een van de oorzaken waarom de meeste Nederlanders niet de straat zijn op te krijgen. Hoe zuidelijker in Europa, hoe meer actiebereidheid er is. In België leeft de sociale beweging meer dan in Nederland, in Frankrijk nog meer en Italië en Spanje zijn de koplopers in Europa.
De beweging kent geen duidelijke leiders. Zagema: Natuurlijk gaat het ten eerste om de beweging zelf. Maar die zou gebaat zijn bij een leider die het maatschappelijk debat gaat aanzwengelen. Dat debat ontbreekt nu in Nederland.
Zagema verklaart het gebrek aan leiders en aan een goed maatschappelijk debat vooral aan de beperkte belangstelling van de media. Het ligt niet alleen aan de kwaliteit van de mensen in de beweging dat er geen leiders zijn en geen publiek debat. Het ligt eerder aan de media, die te weinig oppikken van de nieuwe thema’s.
Nederlandse standpunten
Door het gebrek aan leiders is het nu het netwerk van de bekende ngo´s, zoals Novib, Milieudefensie en Hivos, in combinatie met de actiegroeperingen als XminY en Keer het Tij die het debat in Nederland van de grond moet krijgen. Maar de thema’s waar de groepen zich mee bezighouden zijn toch vooral mondiale thema’s: maatschappelijk verantwoord ondernemen, eerlijke handelskansen, wapenhandelsverdragen, democratisering en de Europese grondwet. Het enige thema dat Nederlandse burgers zal aanspreken is de afbraak van het sociale stelsel.
Het stoort veel andersglobalisten dat Nederlanders nauwelijks weet hebben van de rol van de Nederlandse regering en de EU bij de wereldhandelsconferentie in Cancún eerder dit jaar. Zo speelt de EU bijvoorbeeld een dubieuze rol bij de besprekingen, waarbij Europese exportsubsidies voor vlees en zuivelproducten onaangetast bleven. Daardoor maken de veeboeren in de ontwikkelingslanden nog steeds geen schijn van kans maken om hun goedkoper geproduceerde producten af te zetten in Europa.
De ongeschreven ethische regels waarmee bedrijven het niet zo nauw nemen, is ook een doorn in het oog van de actievoerders. Zo blijken banken zoals de ABN/AMRO-bank en de ING-bank betrokken te zijn geweest bij projecten in ontwikkelingslanden die schadelijk waren voor het milieu of bij investeringen in bedrijven met een dubieus inkomens- en personeelsbeleid.
Het verplicht deelnemen aan een wapenhandelsverdrag heeft ook prioriteit voor de Nederlandse organisaties. Alle landen in de wereld moeten wapenleveranties stoppen aan conflictgebieden, zoals Liberia en Nepal.