Neoconservatieven verliezen greep op Republikeinse partij

Nieuws

Neoconservatieven verliezen greep op Republikeinse partij

Jim Lobe

16 juni 2011

Na bijna tien jaar lijkt het bewind van de neoconservatieven in de Republikeinse Partij ten einde. In het laatste debat van presidentskandidaten neigde de partij zelfs naar isolationisme.

Tijdens het debat maandag verdedigde geen enkele van de Republikeinse kandidaten de militaire interventie in Libië, en suggereerden verschillende kandidaten dat het tijd was voor Washington om de militaire betrokkenheid in de wereld af te bouwen.

“Dit is duidelijk niet langer de Republikeinse partij van George W. Bush, Dick Cheney of Donald Rumsfeld”, concludeert politiek commentator Michael Tomasky in The Daily Beast. “De neoconservatieven zijn geschiedenis.”

“Wordt de Republikeinse partij isolationistisch voor 2012?” vraagt Jackson Diehl zich zelfs af in de Washington Post. Diehl is een interventionist die vaak ijverde voor een “regeringswissel” in landen die vijandig staan tegenover de VS of Israël. “Al met al leverde het eerste Republikeinse debat een grote koerswijziging op voor een partij die tien jaar  geleden gedomineerd werd door de neoconservatieve beweging, die pleitte voor een agressieve interventiepolitiek in het buitenland”, schrijft hij.

Vooral de uitspraak van Mitt Romney, die gezien wordt als de grootste kanshebber, over Afghanistan viel op. “Het is tijd om onze soldaten zo snel mogelijk naar huis te halen. Vanaf het moment dat onze generaals beslissen dat we het land kunnen overdragen aan de Afghaanse militairen”, zei Romney. En, voegde hij daaraan toe, “ik denk ook dat we geleerd hebben om geen onafhankelijksheidsoorlog meer te gaan voeren voor een ander land.”

Wat hij daarmee bedoelde, was niet helemaal duidelijk, maar het was genoeg voor de prominente neoconservatief Danielle Pletka om de opmerking “een ramp” te noemen. “Ik zag Romney als een Republikein die Amerikaanse kracht en leiderschap steunde, maar dit wijst daar niet op”, zei Pletka tegen Politico.

Wat Romney ook bedoelde, het debat maakte duidelijk dat er “op zijn minst een verschuiving plaatsvindt”, concludeert de New York Times_,_ “van het agressief gebruik van Amerikaanse macht in de wereld naar een debat over de kosten en de baten ervan, met name in een tijd van hoge fiscale druk.”

Slingerbeweging

De Republikeinse partij is al sinds de jaren zeventig verdeeld tussen agressieve nationalisten als Cheney en Israëlisch gezinde neoconservatieven aan de ene kant, en isolationisten en realisten aan de andere kant. In de voorbije veertig jaar verschoof de machtsbalans verschillende keren van het ene kamp naar het andere. Tijdens het bewind van Reagan hadden de nationalisten het voor het zeggen, onder Bush senior maakten de realisten de dienst uit. Maar toen zijn zoon aan de macht kwam, koos hij leidende figuren uit beide kampen. Cheney en Rumsfeld waren uitgesproken neoconservatieven, terwijl minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell een klassieke realist was. Tijdens de eerste acht maanden van de regering-Bush lagen beide kampen dan ook over elk buitenlands thema overhoop.

De aanslagen op 11 september 2001 deden de balans helemaal overslaan in het voordeel van de haviken. Het feit dat John McCain, wiens buitenlandse denkbeelden duidelijk neoconservatief waren, de Republikeinse kandidaat werd in 2008, toonde aan hoe sterk de vleugel geworden was.

Financiële crisis

Toen kwam de financiële crisis in september 2008, en de economische malaise lag aan de basis van de heropleving van de isolationistische strekking. “We zien een visie ontstaan bij de Republikeinen dat we kosten van de Amerikaanse interventie in de wereld simpelweg niet meer kunnen opbrengen”, zegt Steve Clemons van de New America Foundation (NAF).

Die ontwikkeling werd versneld door de toegeving van president Barack Obama aan een coalitie van neoconservatieven en liberale interventionisten om te interveniëren in Libië, en door de aanval op Osama bin Laden. Vooral dat laatste bleek belangrijk: in voorbije maand alleen al gingen 26 Republikeinen in tegen hun partijleiding en sloten zich aan bij een meerderheid van Democraten die opriepen tot een versnelde terugtrekking uit Afghanistan. Vorige week riepen 87 Republikeinen Obama op om de actie in Libië binnen de twee weken te beëindigen.

Volgens waarnemers zijn de Republikeinen niet zozeer gedreven door hun overtuiging, maar des te meer door de publieke opinie. Vorige week nog bleek uit een peiling van het Pew Research Center dat het isolationisme onder de bevolking het hoogst is in vijftig jaar. Onder de regering-Bush vond nog één op vier Republikeinen dat “de VS zich met hun eigen zaken moeten bemoeien”, maar nu is dat aandeel verdubbeld.