Nepal vindt geen antwoord op toenemend geweld

Nieuws

Nepal vindt geen antwoord op toenemend geweld

Mallika Aryal

15 juli 2009

De Nepalezen beginnen hun vertrouwen in de politie helemaal te verliezen. De voorbije drie maanden zijn er in Kathmandu en de Terai, het grensgebied met India, zeker 38 mensen vermoord. Steeds meer Nepalezen nemen het recht in eigen handen omdat de politie de golf van extreem geweld niet lijkt te kunnen stoppen.

Eind vorige maand sloegen inwoners van Chapagaon, een plaatsje ten zuiden van Kathmandu, twee mannen in elkaar die verdacht werden van een poging om vier kinderen te ontvoeren. De politie nam de twee in bescherming en moest een uitgaansverbod afkondigen om het daaropvolgende geweld in te tomen.

Een week later stond Gongabu, een voorstad van Kathmandu, in rep en roer door plaatselijk protest naar aanleiding van een andere ontvoeringspoging. Op 5 juli werden twee studenten die verwikkeld waren in een bendegevecht door de betogers aanzien als twee van de ontvoerders en gelyncht.

Kop van jut

De politie is de kop van jut. Volgens het Informal Sector Service Centre (INSEC), een plaatselijke mensenrechtengroep, hebben de ordediensten de hand in sommige van de recente moorden in Kathmandu en de Terai.

“Meer en meer mensen wantrouwen de politie”, zegt Subindra Bogati van de internationale hulporganisatie Saferworld. Volgens een in juni gepubliceerd rapport van Saferworld en het Nepalese onderzoeksbureau Interdisciplinary Analysts zegt maar 46 procent van de Nepalezen naar de politie te gaan als ze zich bedreigd voelen.

In de Terai is het wantrouwen het grootst. “Bijna de helft van de mensen die we er bevroegen, zegt angst te hebben het slachtoffer te worden van criminelen”, staat er in het rapport. “Ze denken dat de regering niets doet om de misdaad te bestrijden”.

Onbetrouwbare politie

De geloofwaardigheid van de Nepalese politie brokkelt al af sinds de hard aangepakte betogingen voor meer democratie in de jaren 90 en de burgeroorlog tussen het leger en maoïstische rebellen van 1996 tot 2006. “De instelling werd als extreem gepolitiseerd en corrupt ervaren”, zegt de journalist Dewan Rai.

Daar is weinig aan veranderd door de vredesovereenkomst van 2006 en de daaropvolgende machtsdeling met de maoïsten. In mei stapten de maoïsten overigens weer uit de regering omdat de integratie van de voormalige rebellen in het leger niet opschiet.

“In sommige delen van de Terai stelden we vast dat de politie niets kon ondernemen zonder het akkoord van de politieke partijen”, staat er in het rapport van Saferworld en Interdisciplinary Analysts.

Bidhya Chapagain van de mensenrechtenorganisatie INSEC vindt dat de situatie in de Terai nog verslechterd is sinds het einde van de burgeroorlog. “Soms vraagt de politie bijstand van mensenrechtenorganisaties in plaats van omgekeerd. Zo ver gaat de wetteloosheid hier.”

Volgens Chapagain is de toename van het geweld een logisch gevolg van de overgangsfase waarin het land zich bevindt en het machtsvacuüm dat ontstond door het vertrek van de maoïsten uit de regering.

Het gebrek aan vertrouwen in de politie maakt wel dat steeds meer mensen het recht in eigen handen nemen. Vooral in de Terai ontstaan burgermilities. In de rest van het land neemt ook het aantal stakingen toe. Ontevreden burgers werpen wegblokkades op en dwingen winkeliers hun zaak te sluiten uit protest tegen prijsstijgingen, tegen ongevallen of zelf om persoonlijke geschillen te regelen. Volgens Nepalbandh.com, een website die de stakingen in kaart brengt, waren er in heel Nepal 29 stakingen in de maand juni.