ORP-netwerk brengt twintig telescopen samen
Nieuw Europees supernetwerk maakt astronomie de klok rond mogelijk
IPS
03 april 2021
De EU trekt 15 miljoen euro uit voor het grootste astronomie-netwerk in Europa. Het geeft sterrenkundigen toegang tot telescopen over de hele wereld. Zo kunnen ze ook blijven observeren als de zon opkomt. Een telescoop aan de andere kant van de wereld neemt de nachtelijke waarneming gewoon over.
ESO observatorium in Chili.
P. Horálek/ESO/Flickr (CC BY 2.0)
De EU trekt 15 miljoen euro uit voor het grootste astronomie-netwerk in Europa. Het geeft sterrenkundigen toegang tot telescopen en waarnemingsmethoden over de hele wereld. Zo kunnen ze ook blijven observeren als de zon opkomt. Een telescoop aan de andere kant van de wereld neemt de nachtelijke waarneming gewoon over.
Omdat de kennis van ons universum steeds groter wordt, besliste de Europese Unie (EU) om twee bestaande Europese netwerken samen te brengen onder één noemer: het OPTICON-RadioNet PILOT (ORP). Het leidt ertoe dat astronomen expertise vlotter kunnen uitwisselen en er meer wetenschappelijke samenwerkingsmogelijkheden ontstaan.
Chili
Een van de partners van het netwerk is de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO). Dat Europese wetenschapsproject in Chili stond onder meer aan de wieg van de Very Large Telescope, een grote spiegeltelescoop die op de berg Cerro Paranal werd gebouwd op 2635 meter hoogte. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden - weinig bewolking, een stabiele dampkring en amper lichtvervuiling - kunnen astronomen hier 350 nachten per jaar rekenen op buitengewoon heldere nachten.
Het nieuwe ORP-netwerk brengt maar liefst twintig telescopen en andere waarnemingsfaciliteiten samen. Dat is belangrijk voor sterrenkundigen omdat toegang tot telescopen en waarnemingen niet altijd vanzelfsprekend is. Voor de telescopen van de ESO in Chili zijn er bijvoorbeeld vijf keer meer aanvragen dan er waarnemingstijd beschikbaar is. Zo krijgt slechts een beperkt aantal onderzoeksprojecten telescooptijd.
Supernova
Het samenwerkingsnetwerk voor astronomie, waarvoor 15 miljoen euro is uitgetrokken, heeft tot doel de waarnemingsmethoden en -instrumenten te harmoniseren en toegang te verlenen tot een breder gamma van astronomiefaciliteiten.
Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk om uitzonderlijke sterrenkundige events zoals de explosie van een supernova continu te kunnen waarnemen gedurende een aantal dagen. Met één telescoop is dat moeilijker omdat je als astronoom moet stoppen met observeren wanneer het licht wordt. Als de sterrenkundige via dit netwerk toegang heeft tot een telescoop aan de andere kant van de aarde, kan hij of zij op die manier de waarneming verderzetten.
Leuven
Astronomen uit 15 Europese landen, Australië en Zuid-Afrika en 37 instellingen nemen deel aan het netwerk. Het wordt gecoördineerd door het Franse Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS), dat verschillende optische en radiotelescopen beheert.
Voor ons land is het Instituut voor Sterrenkunde aan de KU Leuven nauw betrokken. De Belgische astronomen zullen onder meer bijdragen door de ontwikkeling van nieuwe instrumenten voor de Very Large Telescope Interferometer in Chili.
‘We zijn verheugd om deel te kunnen nemen aan dit nieuwe netwerk en een bijdrage te kunnen leveren aan sterrenkundig onderzoek en de ontwikkeling van een astronomische community in Europa’, zegt Denis Defrère van het Instituut voor Sterrenkunde, die voor België meewerkt aan het project.