Nieuwe databank legt China-Afrika relaties bloot

Nieuws

Nieuwe databank legt China-Afrika relaties bloot

Nieuwe databank legt China-Afrika relaties bloot
Nieuwe databank legt China-Afrika relaties bloot

Sofie Coen

06 juni 2013

De Chinese regering heeft het voorbije decennium voor minstens 57,5 miljard euro projecten ondersteund in Afrika. Het gaat om 1700 projecten in 50 Afrikaanse landen. Dat blijkt uit een nieuwe databank die het Amerikaanse onderzoeksinstituut Center for Global Development eind april lanceerde, samen met het academische initiatief Open Data voor Internationale Ontwikkeling (AidData). De resultaten van het onderzoek wakkeren de discussie over China’s motieven in Afrika aan.

Volgens de Britse krant The Guardian onthult het de omvang van wat sommigen Pekings groeiende charmeoffensief noemen om hun politieke en economische slagkracht te vergroten. Al jaren heerst de overtuiging dat China enkel uit is op Afrika’s hulpbronnen. De Chinese overheid hult zich al jaren in stilzwijgen over zijn buitenlandse hulpacties, waardoor speculaties in de hand gewerkt worden.

Misvattingen

Open Data voor Internationale Ontwikkeling (AidData), baseert zich op duizenden artikels uit de Chinees- en Engelstalige media en op crowd-sourced informatie. De resultaten tonen dat China meer geld gepompt heeft in Afrika dan aanvankelijk gedacht.

Verrassend is dat de grootste geldsommen naar transport, opslag- en energie-initiatieven gaan. Daarnaast investeerden ze veel in gezondheid, onderwijs en culturele projecten. En niet in mijnbouwprojecten zoals verwacht. Volgens Deborah Bräutigam, Sino-Afrikaanse expert aan de Amerikaanse John Hopkins Universiteit, is het een ‘wijdverspreide misvatting’ dat China alleen maar geïnteresseerd is in grondstoffen. ‘Er zijn veel redenen waarom landen hulp geven en China is daar niet anders in.’

De voorgelegde cijfers gaan niet alleen over “hulpprojecten”. De onderzoekers verdeelden de projecten, gesteund door de Chinese overheid, in drie verschillende categorieën: Officiële Ontwikkelingshulp (ODA) , andere officiële geldstromen (OOF) en een derde categorie voor geldstromen waarvan niet duidelijk is naar waar ze gaan. Chinawatcher John Vandaele legt het verschil uit: ‘Veel van die geldstromen gaan om kredieten die terugbetaald moeten worden, er is maar een fractie van wat China doet dat om hulp gaat zoals wij dat doen.’

Over die cijfers heerst heel wat discussie. Deborah Bräutigam zegt dat ‘de cijfers ver af staan van het exacte resultaat.’ Jonathan Holslag, onderzoeker aan de Institute of Contemporary China Studies (BICCS) in Brussel gaat daar niet mee akkoord, ‘ ik vermoed dat de cijfers bij benadering wel kloppen, als je kijkt naar de kredieten die de Chinese Centrale Bank uitgeeft en berekent dat de helft daarvan naar Afrika gaat, kom je ongeveer op dat getal uit. Maar het is inderdaad zo dat het moeilijk te verifiëren valt aangezien de Chinese overheid niets prijsgeeft.’

De scepsis

De publieke opinie in Afrika en het Westen keert zich dikwijls tegen China’s rol in het continent. Critici hebben zich sceptisch geuit over de rol van China. Ze menen dat China alleen maar uit is op Afrika’s grondstoffen om zo hun eigen economie een boost te geven. China bestrijdt die beweringen. Bovendien is er geen consensus onder de hulpexperts dat de beschuldigingen waar zijn.

John Vandaele nuanceert het debat. ‘Velen zien de Chinezen als de nieuwe kolonisatoren in Afrika. De meningen in Afrika zelf zijn verdeeld. Sommigen zijn kwaad over de consumptiegoederen die verkocht worden. Anderen vinden het goed wat de Chinezen doen. De kredieten van de Chinezen komen dikwijls rechtstreeks bij het bedrijf of project terecht en gaan niet via de overheid. Als de overeenkomsten of contracten dan nog  eens goed in elkaar zitten, dan is er geen probleem.’

China legt vaak geen voorwaarden op aan de Afrikaanse regimes, vandaar soms de frustratie van het Westen. De Chinese methode verschilt: China gaat ervan uit dat een goede economie een goed beleid met zich meebrengt. Zij richten zich meer op business. ‘Wij vragen in ruil voor hulp dikwijls om een één of ander handelsakkoord te ondertekenen of om op een bepaalde manier te stemmen. Ik denk wel dat het goed is dat zij wederzijdse belangen nastreven, het is een stevigere basis dan de ene die alles geeft en de ander die alles krijgt’, zegt Vandaele.

Voor beide continenten is de wisselwerking dus een win-win situatie. Vandaele legt uit:  ‘China is een industrieel land dat veel grondstoffen nodig heeft om hun infrastructuur op te bouwen. Afrika heeft die grondstoffen. Op zich zie ik daar een mooie aanvulling. China kan in ruil voor die grondstoffen, goedkoper dan eender wie, wegen aanleggen. Als ze die wisselwerking goed aanpakken, kunnen beide continenten daar beter van worden.’ De paper China’s Development Finance to Africa: A Media-based Approach to Data Collection gebaseerd op het  onderzoek (april 2013), bevestigt die stelling: de Zuid-Zuid-samenwerking is kwalitatief anders, ze richt zich op een hulpbron-kredietuitwisselingsmodel waarbij leningen terugbetaald zijn in lokale producten.

Tags