Nieuwe sites op UNESCO-Werelderfgoedlijst
Hanne Claessens
07 juli 2008
De UNESCO-lijst van Werelderfgoed wordt uitgebreid met vier nieuwe sites in Mauritius, Saudi-Arabië, Iran en China. Dat besliste de World Heritage Committee dit weekend in Quebec.
Op 2 juli ging in Quebec City, dat al sinds 1985 op de lijst van Werelderfgoed staat, de 32e editie van het World Heritage Committee van start. Het comité zit nog bijeen tot 10 juli en doet onder andere een uitspraak over welke van de genomineerde culturele en natuurlijke sites Werelderfgoed worden.
Werelderfgoed in gevaar
Voordat de bijeenkomst vorige week woensdag van start ging, beschikte UNESCO over een mandaat om 851 sites van “opmerkelijke universele waarde” te beschermen in 141 staten. In de afgelopen dagen werden er daar nog eens vier aan toegevoegd: de berg Le Morne, een oude schuilplaats voor weggelopen slaven in Mauritius; de archeologische site van Al-Jijr (Madain Salih), de eerste Werelderfgoedsite in Saudi-Arabië; Fujian Tulou in China, een complex van 46 aarden huizen rond een binnenplaats en Armeense kloosters in Iran.
Daarnaast buigt het comité zich ook over de dertig bedreigde Werelderfgoedsites, die op de speciale lijst van “Werelderfgoed in gevaar” staan en kan het hier ook nieuwe sites aan toevoegen. De Duitse Elbe Vallei werd reeds uitvoerig besproken. Door deze site voorlopig op de lijst van bedreigde sites te laten staan, hoopt het comité de bouw van een brug in de vallei te stoppen. Indien dat niet gebeurt, zal de site in 2009 van de Werelderfgoedlijst gehaald worden.
Geen materiële wonderen
Als werkinstrument beschikt het World Heritage Committee over de Convention on the Protection of the World Cultural and Natural Heritage uit 1972. Die Conventie werd getekend door 185 staten en is zo één van de meest geratificeerde internationale juridische instrumenten. Als staten zich aansluiten bij de Conventie verbinden ze zich ertoe de sites op de lijst en andere sites van nationaal en regionaal belang te beschermen door middel van een juridisch kader. In ruil daarvoor krijgen de staten steun van het World Heritage Fund voor noodgevallen, training van experts, technische samenwerking, promotie en onderwijsactiviteiten.
Volgens UNESCO zorgt de status van Werelderfgoedsite voor meer internationale samenwerking bij de bescherming van een site. Critici merken op dat een jaarlijks budget van vier miljoen dollar echter geen (materiële) wonderen kan verrichten voor de lange lijst van sites. De status van Werelderfgoed geeft de sites wel bekendheid in reisgidsen en kan toeristische investeringen aantrekken, hoewel dit zeker niet de belangrijkste doelstelling van UNESCO is. Anderzijds kan de nominatie van één site ervoor zorgen dat andere belangrijke sites uit het oog verloren worden. Bovendien moeten staten zelf sites nomineren, om ze in aanmerking te laten komen voor de lijst.
Foto’s van de nieuwe Werelderfgoedsites vindt u op het fotoblog (http://www.mo.be/index.php?id=51).