Nieuwe VN-baas komt niet per se uit Oost-Europa
IPS
27 april 2016
Critici zetten vraagtekens bij Oost-Europese claims om de nieuwe secretaris-generaal van de Verenigde Naties te leveren. Als politieke alliantie bestaat Oost-Europa niet meer, zeggen ze, en bovendien is het belangrijker dat de nieuwe VN-baas een vrouw is.
In december neemt de huidige secretaris-generaal, Ban Ki-moon, afscheid. Van de negen kandidaten die momenteel in de race zijn om hem op te volgen, komen er zeven uit voormalig Oost-Europa. Alle voorgaande secretarissen-generaal kwamen uit andere regio’s, zoals Afrika, Azië en de Pacific, Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied en West-Europa en Andere Staten.
Na het einde van de Koude Oorlog, begin jaren negentig, sloten de Oost-Europese landen zich na verloop van tijd aan bij de Europese Unie, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo), of bij beide. Vier landen wachten nog op EU-lidmaatschap: Albanië, Montenegro, Servië en Macedonië.
Europese spanningen
‘De benoeming van een competente en gekwalificeerde vrouw als secretaris-generaal is essentieel’
Jayantha Dhanapala, voormalig VN-ondersecretaris-generaal voor Ontwapening en in het verleden kandidaat voor de post van secretaris-generaal, zegt dat het einde van de Koude Oorlog Oost-Europa heeft veranderd van een politieke en geografische entiteit in een puur geografische groep. ‘Veel Oost-Europese landen zijn lid van de Navo en de Europese Unie en hun belangen hangen nauw samen met die van West-Europa – hoewel er enige spanningen zijn als gevolg van economische problemen en de recente migratiegolven.’
Hij zegt dat het principe van geografische rotatie, als het gaat om het leiderschap van de VN, van minder belang is dan het gendercriterium. ‘De benoeming van een competente en gekwalificeerde vrouw als secretaris-generaal is essentieel’, zegt Dhanapala, die negen jaar geleden de baan die hij ambieerde naar Ban Ki-moon zag gaan.
Veiligheidsraad
Oost-Europa kan gezien worden als integraal deel van West-Europa en Andere Staten (WEOG), een van de vijf onofficiële stemblokken binnen de VN. De regio bestaat volgens sommige diplomaten alleen nog bij de VN om aanspraak te maken op zetels, inclusief als niet-permanente leden van de VN-Veiligheidsraad, onder de vlag van Oost-Europa.
Wit-Rusland kreeg vorige week een zetel in de Statistische Commissie, puur op grond van zijn Oost-Europese verleden. Datzelfde gold eerder voor veel andere Oost-Europese landen. Zo kreeg Estland bijvoorbeeld een zetel bij de Commissie voor de Status van de Vrouw, Wit-Rusland en Montenegro bij VN-Vrouwen en Roemenië bij de Commissie voor Economische, Sociale en Culturele Rechten.
Open strijd
De negen kandidaten voor de post van VN-secretaris-generaal die recentelijk hun presentatie voor afgevaardigden hielden, zijn Srgjan Kerim uit Macedonië, Vesna Pusic uit Kroatië, Igor Luksic uit Montenegro, Danilo Turk uit Slovenië, Irina Bokova uit Bulgarije, Natalia Gherman uit Moldavië en Vuk Jeremić, allemaal uit Oost-Europa. De twee niet-Oost-Europese kandidaten zijn Helen Clark uit Nieuw-Zeeland en Antonio Guterres uit Portugal.
Op een vraag van journalisten hoe Clark denkt over de Oost-Europese claims, antwoordde ze dat nominaties uit alle lidstaten zijn gevraagd. ‘Er is al één belangrijke kandidaat van buiten Oost-Europa genomineerd (Guterres uit Portugal). Ik verwacht nog meer nominaties en reken op een open strijd. Hopelijk kijken lidstaten naar de uitdagingen die de nieuwe secretaris-generaal wachten, en kiezen ze de kandidaat die het beste gekwalificeerd is om de organisatie te leiden.’
Machtige landen
Hoewel de VN een sterk voorstander zijn van vrouwenemancipatie, zijn tot nu toe slechts drie vrouwen voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN geweest, het hoogste besluitvormende orgaan binnen de organisatie: Vijaya Lakshmi Pandit uit India (1953), Angie Brooks uit Liberia (1969) en Sheikha Haya Rashed Al Khalifa uit Bahrein (2006). Aangezien vrouwen de helft van de 7,2 miljard mensen op aarde uitmaken, zou het zeer legitiem zijn het genderargument zwaar te laten wegen.
James Paul, voormalig directeur van Global Policy Forum in New York, die de VN-politiek al negentien jaar volgt, zegt dat de vraag of er een vrouw gekozen zal worden de belangrijkste is, en dat daarna de vraag volgt of zij uit Oost-Europa afkomstig moet zijn. Wat betreft vroegere klachten over ondoorzichtigheid, is de onlangs aangekondigde “openheid” en “dialoog” met de kandidaten een kleine stap vooruit in een vanouds zeer gesloten procedure, zegt hij. ‘Er is weinig aandacht voor het grootste pijnpunt: de selectie die nog steeds beïnvloed wordt door de wil van een kleine, oligarchische groep.”
Zwakke kandidaten
‘Net als in voorgaande jaren zal weinig rekening worden gehouden met de wil van andere landen.’
Dit jaar, net zoals in het verleden, wordt de secretaris-generaal in feite gekozen door de P-5, de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad. Dat zijn de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, China en Rusland), zegt Paul. ‘Net als in voorgaande jaren zal weinig rekening worden gehouden met de wil van andere landen, de zorgen van de wereldbevolking of het type leiderschap dat nodig is in de organisatie.’
‘De P-5, met Washington aan kop, staan bekend om hun voorkeur voor zwakke en meegaande kandidaten, mensen die de belangen dienen van de krachtigste landen en akkoord gaan met een zwakke en relatief inactieve VN’, zegt Paul.
De selectieprocedures in 2006 en 2011 bevestigen dat, stelt hij. Sterke en dynamische kandidaten werden toen aan de kant geschoven en slechte prestaties van de secretaris-generaal waren volgens Paul geen belemmering voor herverkiezing.