"Nigeriaanse overheid negeert sektarisch geweld"

Nieuws

"Nigeriaanse overheid negeert sektarisch geweld"

12 december 2013

De regering in Nigeria negeert al jarenlang massamoorden in de staten Plateau en Kaduna, zegt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een nieuw rapport. Bij het sektarische geweld in beide staten zouden sinds 2010 al meer dan drieduizend slachtoffers gevallen zijn.

Veel van de slachtoffers, onder wie vrouwen en kinderen, werden met machetes om het leven gebracht, levend verbrand of neergeschoten, vanwege van hun etnische afkomst of geloof. Afgezien van enkele uitzonderingen, doet de overheid niets om de schuldigen te pakken, zegt Human Rights Watch (HRW).

“Er zijn getuigen om het verhaal te vertellen, er zijn lijsten opgesteld van de doden, en de aanvallers zijn geïdentificeerd, maar in de meeste gevallen gebeurt er verder niets”, zegt Daniel Bekele, directeur voor HRW in Afrika. “De overheid mag deze moorden vergeten zijn, maar de bevolking doet dat niet. Als justitie het laat afweten, grijpen de mensen zelf naar geweld om zich te wreken.”

Het rapport van HRW is gebaseerd op meer dan 180 gesprekken met getuigen en slachtoffers, politieagenten en rechters.

Christenen en moslims

De staat Plateau heeft al meer dan een decennium te maken met bloedige periodes van geweld, waarbij duizenden christenen en moslims omkwamen. Ook in de naburige staat Kaduna flakkert het geweld al bijna twintig jaar om de zoveel tijd opnieuw op.

In april 2011 groeiden rellen na de verkiezingen snel uit tot sektarisch geweld. In het noorden van Kaduna vielen betogers christenen en hun bezittingen aan. Het geweld breidde zich uit naar het zuiden van de staat, waar christenen honderden moslims vermoordden. Getuigen dienden klachten in bij de politie. Maar die deed erg weinig om de misdrijven te onderzoeken en er werd geen enkele arrestatie verricht.

De respons van de Nigeriaanse autoriteiten op het geweld is consistent gebleven, stelt HRW vast. Politiediensten pakken vaak honderden mensen op de plaats van de misdrijven op, om ze vervolgens te dumpen op het politiekantoor. Maar omdat er geen verklaring is van de officier die de mensen heeft opgepakt, is het voor de aanklager zo goed als onmogelijk om verdachten te koppelen aan een misdrijf. Meestal wordt de klacht in stilte geseponeerd.

Toch zijn de daders in veel gevallen bekend bij de slachtoffers en getuigen. Maar die gaan niet naar de politie, omdat die “toch niets doet.” Een van de problemen is dat politieagenten betaald moeten worden om een onderzoek te voeren, zegt HRW. Voor slachtoffers van het geweld, die vaak al hun bezittingen verloren zijn, is het daardoor extra moeilijk om gerechtigheid te krijgen.