Oliehonger drijft India in armen van Chinese aartsrivaal
Antoaneta Bezlova
04 oktober 2005
Voor eind van dit jaar kan India een akkoord rond hebben met Taiwan om samen buitenlandse olie- en gasvoorraden uit te baten. China is niet opgezet met die diplomatieke ruggensteun voor zijn afvallige provincie, maar Peking heeft er eigenlijk om gevraagd. De Chinese oliesector heeft de voorbije maanden alle toenaderingspogingen vanuit India genegeerd.
New Delhi wil een einde maken aan het opbod tussen Indiase en Chinese ondernemingen om buitenlandse olie- en gasconcessies, grote levercontracten of de overname van bedrijven uit de sector. De Indiase minister van Olie en Aardgas Minister Mani Shankar zou de twee landen willen zien samenwerken. Zijn voorbije gesprekken met Chinese functionarissen en bedrijfsmensen leverden enkel lauwe reacties op. In november zijn nieuwe contacten gepland.
De Indiase minister van Olie probeert vertwijfeld partnerschappen aan te gaan met Chinese bedrijven, maar die tonen weinig belangstelling, zegt Madhav Nalapat, een professor Geopolitiek aan de Academie voor Hoger Onderwijs van het Indiase Manipal.
Beide Aziatische reuzen verbruiken al veel meer olie en gas dan ze zelf verbruiken, en hun snelle groei dwingt hen alles op alles te zetten om de aanvoer van brandstof uit het buitenland te verzekeren. New Delhi beet een paar keer spectaculair in het zand bij confrontaties met Chinese bedrijven die uit waren op dezelfde buitenlandse oliemaatschappijen. De agressieve Chinese oliemaatschappijen, die volop politieke steun krijgen uit Peking, blijken geen partij voor de voorzichtiger optredende Indiërs.
Onlangs trok India zich terug uit het gevecht om de oliebelangen van het Canadese Encana Corp in Ecuador, waardoor een Chinees consortium het winnende bod kon uitbrengen. China ging ook voor de neus van India aan de haal met de olievelden van het eveneens Canadese Petro Kazakhstan in Centraal-Azië. Wij verliezen bijna alle confrontaties, klaagt Nalapat. India heeft nog geen vierkante meter olieconcessies in het buitenland.
Maar de kansen kunnen keren als India een partnerschap aangaat met Taiwanese oliebedrijven, gelooft Nalapat, die betrokken was bij informele diplomatieke onderhandelingen die volgens hem voor eind dit jaar kunnen uitmonden in een overeenkomst. De combinatie van Taiwanees kapitaal en management en Indiase diplomatie en geopolitieke vaardigheden is een onklopbare alliantie, zegt Nalapat.
De samenwerking met India zou Taiwanese oliemaatschappijen een stevigere voet aan de grond kunnen geven in Latijns-Amerika en Afrika. Samen zijn die twee continenten goed voor 19 van de 25 landen die nog diplomatieke relaties onderhouden met Taiwan, maar China oefent er steeds meer politieke en commerciële druk uit. India zou voor het nodige tegengewicht kunnen zorgen.
China importeerde vorig jaar 2,46 miljoen vaten olie per dag, 40 procent van de totale hoeveelheid die het land er dagelijks doorjaagt. Tegen 2025 zou China volgens Amerikaanse schattingen nog maar een kwart van de eigen behoeften kunnen dekken. India zal tegen dan zelfs 80 procent van zijn olie moeten invoeren.
Misschien geeft China uiteindelijk toch toe aan de Indiase avances. Door het mislukte bod van China National Offshore Corpopration op de Amerikaanse oliemaatschappij Unocal is Peking zich er deze zomer pijnlijk bewust van geworden dat de Chinese strategie van financiële macht en politieke druk niet overal succes oogst. De Chinezen moesten hun overnamepoging staken na een golf van anti-Chinese kritiek van Amerikaanse politici. India heeft in het Westen een veel beter imago.
Op het Wereld Aardolie Congres in Johannesburg liet het hoofd van de Chinese delegatie, Wang Tao, zich vorige week opeens ontvallen dat China and India de krachten moesten bundelen bij de zoektocht naar energie. (PD/ADR)