Olierijkdom voedt corruptie

Nieuws

Olierijkdom voedt corruptie

Sanjay Suri

21 oktober 2004

Olieproducerende landen zijn bij de meest corrupte ter wereld. Dat blijkt uit de nieuwste corruptie-index van de internationale organisatie Transparancy International die gisteren (woensdag) werd voorgesteld in Londen.

De vloek van de olie, zo noemt Jeff Lovitt van Transparancy International het. In de corruptie-index 2004 bengelen olierijke landen helemaal onderaan het lijstje - bij de meest corrupte landen. Dat is het geval voor Angola, Azerbeidzjan, Tsjaad, Ecuador, Indonesië, Iran, Irak, Kazakstan, Libië, Nigeria, Rusland, Sudan, Venezuela en Jemen.

Inkomsten verdwijnen veel te vaak in de zakken van westerse oliemagnaten, tussenpersonen en plaatselijke ambtenaren. Het gevolg is dat de landen ondanks hun voorraad aan zwart goud vaak uiterst arm zijn. Transparancy International doet daarom een oproep aan westerse regeringen. Als die oliebedrijven verplichten hun betalingen aan plaatselijke overheden en staatsoliebedrijven openbaar te maken, wordt smeergeld veel moeilijker te verbergen.

Met name in Irak hangt de toekomst van het land af van een transparante oliesector, stelt de voorzitter van Transparancy International, Peter Eigen. Zonder strikte maatregelen tegen smeergeld, zal de heropbouw van Irak ontaarden in geldverspilling aan een corrupte elite.

Transparancy International schat dat jaarlijks wereldwijd minstens 317 miljard euro (400 miljard dollar) verloren gaat bij smeergeldaffaires bij toekenningen van overheidsopdrachten. Corruptie is het meest courant in de oliesector, in de bouw en bij defensie.

De corruptie-index verschijnt jaarlijks. De rangorde is gebaseerd op inschattingen van zakenmensen en landenspecialisten uit binnen- en buitenland. Finland prijkt bovenaan als het minst corrupte land ter wereld, gevolgd door Nieuw-Zeeland, Denemarken, IJsland, Singapore, Zwitserland en Noorwegen. Nederland staat op de tiende plaats; België deelt de zeventiende plek samen met Ierland en de Verenigde Staten. Helemaal onderaan op nummer 145 bengelen Bangladesh en Haïti, net vooraf gegaan door Nigeria, Tsjaad, Birma, Azerbeidzjan en Paraguay. Grofweg zijn rijkere landen minder corrupt dan armere, maar niet altijd. Zo scoort Botswana, op nummer 31, beter dan Italië (op nummer 42) en Zuid-Afrika (44) beter dan Griekenland (49). Een hele reeks mogelijk uiterst corrupte landen ontbreekt, wegens gebrek aan informatie.

De index steunt niet op nieuw onderzoek, maar is een compilatie van eerdere studies. De lijst van dit jaar baseert zich op 18 onderzoeken die Transparancy International tussen 2002 en 2004 ontving en die door 12 onafhankelijke instellingen werden uitgevoerd. Over het samenbrengen van onderzoeken zijn altijd vragen te stellen, maar Lovitt beklemtoont dat de gebruikte onderzoeken zo gekozen werden dat ze min of meer dezelfde vragen stelden en dat rekening werd gehouden met de verschillen in betrouwbaarheid van diverse onderzoeken. (ADR/PD)