Olievondst kan Ghana zuur opbreken

Nieuws

Olievondst kan Ghana zuur opbreken

Marina Litvinsky

06 maart 2009

De recente vondst van olie in Ghana kan de democratische ontwikkeling van het land ondermijnen, zo waarschuwen de hulporganisaties Oxfam en het Integrated Social Development Centre (Isodec) in Ghana.

In 2007 werd een enorm olieveld ontdekt voor de kust van Ghana, waardoor grote internationale interesse ontstaan is voor het land. Maar analisten en organisaties waarschuwen dat de Ghanese overheid maar beter voorzichtig kan zijn en zich moet wapenen tegen het vergiftigde geschenk dat een olievondst kan zijn.

Transparant

Uit een gemeenschappelijk rapport van de organisaties, Ghana’s Big Test: Oil’s Challenge to Democratic Development, blijkt dat de Ghanese instellingen mogelijk niet klaar zijn voor de plotse instroom van geld die een opstartende olie-industrie met zich mee kan brengen.
De oliewinning kan het land miljoenen opleveren, zegt het rapport, maar dan moet Ghana wel belangrijke veranderingen doorvoeren om een transparante, efficiënte en verantwoorde ontwikkeling van de industrie mogelijk te maken. Het rapport doet enkele aanbevelingen aan overheid, oliemaatschappijen, donoren, niet-gouvernementele organisaties en journalisten om actie te ondernemen voor de expansie van de olie-industrie er komt.
“In te veel landen hebben olievondsten geleid tot corruptie, onderontwikkeling, sociaal conflict en milieuschade”, zegt Ian Gary van Oxfam America, een van de auteurs van het rapport. “De uitdaging voor Ghana is om de juiste instellingen en een transparant beleid te ontwikkelen nog voor de oliewinning begint.”
Vorig jaar produceerde Afrika 12,5 procent van de wereldwijde olieproductie, maar de arme bevolking heeft daar tot nog toe nauwelijks van kunnen profiteren. Integendeel zelfs: landen met veel natuurlijke rijkdommen ontwikkelen zich trager dan landen die over minder natuurlijke rijkdommen beschikken.

Vreedzaam

Ghana verschilt behoorlijk van veel andere landen in de regio. Het is een van de meest vreedzame en relatief welvarende landen in West-Afrika. In januari werd de nieuwe president John Atta Mills verkozen, waardoor Ghana een van de weinige Afrikaanse landen werd waar al twee opeenvolgende keren een democratische machtsoverdracht plaatsvond.
Maar het land blijft arm. Volgens het rapport moet 80 procent van de Ghanezen het stellen met minder dan twee dollar per dag. De nieuwe regering kampt met een steeds groter tekort, een zwakke munt en een stijgende inflatie.
De start van de olieproductie is voorzien voor 2010 of 2011. De productie zal naar schatting 120.000 vaten ruwe olie per dag bedragen, samen met belangrijke hoeveelheden gas. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorspelt dat de inkomsten daardoor kunnen oplopen tot twintig miljard dollar tussen 2012 en 2030.
Om al dat geld in goede banen te leiden, moeten de rekeningen en betalingen transparant zijn, moeten er openbare aanbestedingen gebeuren en moeten ngo’s de mogelijkheid krijgen om te controleren. De auteurs pleiten ook voor een moratorium op nieuwe licenties tot het wettelijke kader de snelle ontwikkelingen heeft bijgebeend.