Onderwijssector krijgt slechte punten
Diego Cevallos
08 oktober 2004
In vergelijking met andere landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) geeft Mexico relatief meer geld uit aan onderwijs. Toch krijgt de Mexicaanse onderwijssector keer op keer slechte punten in internationale rapporten. Probleem is dat te veel geld gaat naar administratie en bureaucratie en te weinig naar de kwaliteit van het onderwijs.
Als we meer geld zouden hebben voor leerkrachten en schoolmateriaal, zouden kinderen beter opgeleid zijn. Maar we krijgen nu eenmaal niet meer van de overheid, klaagt Alejandra Avendano, die lesgeeft in een basisschool in een dorpje niet ver van Mexico-stad. De 33 scholieren in haar klas komen uit vier verschillende graden. Dat systeem is wijdverspreid in Mexico: één op vier basisscholen groepeert leerlingen van verschillende graden in één klas. Volgens onderwijsexperts is dat vooral problematisch voor vakken zoals begrijpend lezen en wiskunde omdat leerkrachten hun leerlingen niet genoeg aandacht kunnen geven.
Mexico reserveerde vorig jaar bijna 6 procent van zijn bruto binnenlands product (bbp) voor onderwijs. Dat is net iets meer dan het gemiddelde van de 30 OESO-lidstaten. In absolute cijfers scoort Mexico, niet verwonderlijk, een pak minder goed dan andere OESO-lidstaten. Voor elk kind in het basisonderwijs voorziet Mexio gemiddeld 1.104 euro, slechts een kwart van het OESO-gemiddelde. Een student in het voortgezet onderwijs krijgt jaarlijks zowat 3.531 euro, de helft van wat andere OESO-landen gemiddeld uitgeven.
Uit een onderzoek van de OESO blijkt dat Mexico maar liefst 93,6 procent van zijn onderwijsbudget spendeert aan administratie en bureaucratie, dat is bijna 13 procent meer dan het algemene OESO-gemiddelde. De begroting voor 2005, die het Mexicaanse parlement nog voor het einde van dit jaar moet goedkeuren, voorziet echter geen significante veranderingen om de uitgaven van bureaucratie te beperken en de onderwijsstandaarden te verhogen. Toch beweert de conservatieve regering van Vicente Fox dat ze haar best doet om de onderwijsuitgaven efficiënter te beheren en de prestaties van scholieren te verbeteren.
Onder de PRI, de partij die van 1929 tot 2000 in Mexico aan de macht was, maakte het onderwijssysteem een enorme sprong voorwaarts. Op zeven decennia tijd werd de ongeletterdheid teruggedrongen van 70 tot 10 procent. Over de kwaliteit van het onderwijs in die periode waren er echter weinig studies voorhanden.
In een studie van de International Association for the Evaluation of Educational Achievement, in 1995 uitgevoerd in 40 landen, scoorden Mexicaanse scholieren uit het basis- en middelbaar onderwijs het slechtst voor wiskunde en wetenschappen. Een recentere studie, vorig jaar uitgevoerd door de OESO en de Unesco bij 15-jarigen in 43 landen, toont dat Mexico achterop blijft hinken op vlak van onderwijs. De Mexicaanse scholieren stonden op de 34ste plaats voor wetenschappen en lezen en op de 35ste plaats voor wiskunde. Hoewel Mexico beter scoort dan de andere Latijns-Amerikaanse landen die aan het onderzoek hebben deelgenomen, was het land over de hele lijn toch gebuisd.
Mexico, een land met 102 miljoen inwoners, telt 1,5 miljoen leerkrachten voor 30 miljoen schoolkinderen. Leerkrachten verdienen gemiddeld 9.763 euro per jaar.(KC/PD)