Ongelijkheid bedreigt voedselzekerheid in Latijns-Amerika

Nieuws

Ongelijkheid bedreigt voedselzekerheid in Latijns-Amerika

Ongelijkheid bedreigt voedselzekerheid in Latijns-Amerika
Ongelijkheid bedreigt voedselzekerheid in Latijns-Amerika

IPS

05 oktober 2015

Ruim 50 miljoen inwoners van Latijns-Amerika hebben niet alle dagen goed eten op hun bord. ‘Het is niet alleen een probleem van ondervoeding maar ook van goede voeding’, zegt VN-topvrouw Alicia Bárcena.

Latijns-Amerika en de Caraïben boekten grote vooruitgang in de strijd tegen armoede en honger. Maar voor die meer dan 50 miljoen mensen die de laatste vijftien jaar uit de extreme armoede zijn geraakt, is meer nodig.

Kwaliteitsvol eten

‘Voedselzekerheid betekent niet alleen toegang hebben tot voedsel, het moet ook voedzaam, kwaliteitsvol eten zijn’, zegt Alicia Bárcena, uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Latijns Amerika en de Caraïben (Cepal), een VN-instantie. ‘Het is niet alleen een probleem van ondervoeding maar ook van goede voeding.’

Link

Lees ook het dossier Duurzame wereld tegen 2030

In de VN-millenniumdoelen, die vorige maand door de Duurzame Ontwikkelingsdoelen tegen 2030 zijn vervangen, ‘hebben we ons geconcentreerd op de strijd tegen de honger. Vanaf nu richten we ons op voedselzekerheid’, zegt Bárcena.

De millenniumdoelen gingen vooral over ‘basisnoden’ en minder over structurele zaken. ‘In Latijns-Amerika is ongelijkheid het structurele probleem. We zijn de meest ongelijke regio ter wereld.’

Vooral Haïti

In 1990 was ruim veertien procent van de inwoners nog ondervoed, in 2014 bleef daar maar vijf procent meer van over. Zuid-Amerika boekte meer vooruitgang dan Centraal-Amerika. De Caraïben blijven achter. Daar lijden nog altijd 7,5 miljoen mensen honger, nauwelijks een vooruitgang ten opzichte van 1990.

De meest kwetsbare landen zijn Haïti, waar 53 procent van de bevolking ondervoed is, Nicaragua (17 procent), Bolivia (16 procent) en Guatemala (16 procent).

Economische crisis

De wereldwijde economische crisis bemoeilijkt de start van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. ‘We zijn zeer bezorgd over de manier waarop we met de nieuwe agenda van start moeten gaan in een economische context die wereldwijd somber oogt’, zegt Bárcena.

De economie in de regio zal dit jaar met amper 1 procent groeien, verwacht de Cepal. Dat is nauwelijks beter dan vorig jaar. Die vertraging is een gevolg van de problemen in Zuid-Amerika, waar de economie dit jaar niet zal groeien.

Publiek-private samenwerking

Luis Alberto Moreno, voorzitter van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), pleit voor initiatieven waarbij meerdere partijen betrokken zijn, zowel uit de overheid als de privésector. Als voorbeeld noemt hij het publiek-private financiële platform AgroLAC 2025, dat dit jaar gelanceerd is om duurzame landbouw in de regio te stimuleren en haar rol als graanschuur van de wereld te versterken.

‘Het model is vernieuwend’, zegt Moreno. ‘Het is de bedoeling de komende vijftig jaar vijftig miljoen dollar bij te dragen aan het initiatief.’

800.000 landbouwers

De helft van de voedingsproducten komt van de veertien miljoen kleine landbouwers in de regio.

‘We willen de productiviteit van de kleine landbouwers vergroten en hun leven beter maken.’

‘Vandaag moet je natuurbehoud met voedselproductie verbinden.’

De IDB richtte AgroLAC 2025 samen op met The Nature Conservancy, een Amerikaanse milieuorganisatie, en Dow, een Amerikaans chemisch bedrijf. De doelstelling is de komende tien jaar 800.000 landbouwers in zesentwintig landen te bereiken.

AgroLAC focust op duurzame landbouw, op milieuplanning en op marketing, zegt coördinator Ginya Truitt Nakata. ‘We willen op de hele toeleveringsketen werken. Het is een kloof die nog gedicht moet worden in de regio.’

‘De regio is een grote voedselproducent maar ze is al veertig procent van haar bossen kwijt. Vandaag moet je natuurbehoud met voedselproductie verbinden. Eén oplossing voor alle problemen is er niet, we gaan ons aanpassen aan de kenmerken van elke gemeenschap.’