“Onrealistische” Millenniumdoelen stellen positieve ontwikkeling in de schaduw (rapport)
Marty Logan
27 juli 2004
De Millenniumdoelen van de Verenigde Naties zijn onrealistisch en creëren een klimaat van mislukking dat positieve ontwikkelingsverhalen in de schaduw stelt. Tot dat besluit komt het Center for Global Development uit Washington, dat een rapport in die zin heeft voorgelegd aan VN-secreatris-generaal Kofi Annan.
De Verenigde Naties legden in 2000 acht concrete ontwikkelingsdoelen vast tegen 2015. Voorbeelden zijn een halvering van het aantal mensen dat moet rondkomen met minder dan een dollar per dag en gelijke kansen voor jongens en meisjes op alle onderwijsniveaus. Het rapport “The Trouble with the MDG’s: Confronting Expectations of Aid and Development Succes” stelt dat deze doelstellingen meer kwaad dan goed aanrichten omdat ze zowel bij donoren als ontvangers van ontwikkelingshulp leiden tot frustratie.
De algemene teneur is dat sommige doelstellingen tegen 2015 zullen worden gehaald dankzij de economische groei in volkrijke republieken als China en India. In Afrika ten zuiden van de Sahara wordt waarschijnlijk geen enkele doelstelling realiteit. Die obsessie met 2015 leidt volgens de auteurs tot “donormoeheid” bij de rijke landen en verwijten van ontwikkelingslanden die vinden dat ze onvoldoende financiële steun krijgen.
De talloze studies die een bepaald tarief proberen te berekenen om de VN-doelen te halen geven een fout signaal, zo vindt Michael Clemens van het CGD. “De boodschap luidt vaak dat we de Millenniumdoelen kunnen afkopen wanneer we pakweg 50 miljard dollar op tafel leggen en die oordeelkundig spenderen. Uit historische voorbeelden van succesvolle ontwikkeling blijkt evenwel dat de vooruitgang inzake kindersterfte of basisonderwijs nooit zo snel verloopt”.
Burkina Faso, Mali, Madagascar en Mauretanië zijn er bijvoorbeeld in geslaagd de participatie in het basisonderwijs sneller te doen groeien dan de Verenigde Staten in de loop van hun geschiedens. “Toch zullen ze de VN-doelen waarschijnlijk niet halen”, zegt Clemens. “De Millenniumdoelen geven de boodschap dat Afrika niet succesvol is, terwijl sommige landen het extreem goed doen, gemeten aan realistische normen.”
Andere ontwikkelingsspecialisten blijven overtuigd van de zin van de Millenniumdoelen. “Voor het eerst zijn er kwantificeerbare doelstellingen”, zegt Roy Culpepper van het North-South Institute in Ottawa. “Tot voor kort werd het succes van de ontwikkelingsinspanning gemeten aan het geld dat we ertegenaan gooiden. Nu ligt de focus op ‘wat willen we bereiken‘?”
Zoals bekend komen enkel de Scandinavische landen en Nederland een belofte uit de jaren zeventig na om 0,7 procent van het bruto nationaal product te spenderen aan ontwikkeling. Jeffrey Sachs, de directeur van het UN Millennium Project, riep de rijke landen vorige week op hun belofte na te komen. De arme landen kregen de opdracht concrete actieplannen te ontwerpen voor hun ontwikkelingsnoden.
Clemens begroet die oproep omdat ontwikkelingsdoelen op maat van de landen totnogtoe ontbreken op de website van het VN-Ontwikkelingsfonds (UNDP). “De donoren en de burgers van een land hebben objectieve, aan de context aangepaste criteria nodig om te kunnen oordelen over succes of mislukking”.
Volgens Culpepper hebben de Millenniumdoelen nog een andere nuttige ommekeer veroorzaakt. “Tot voor kort was iedereen gefixeerd op groei, uitgedrukt als een toename van het bruto binnenlands product. Nu zien we dat economische groei op zich niet volstaat om sociale vooruitgang te boeken. De Millenniumdoelen hebben ons hier op de goede weg gezet”.
Marty Logan
Xml=7
Ref: wd dv