Ontbossing werkt honger in de hand
Thelma Mejía
04 september 2002
In de armste 24 gemeenten van Honduras
lijden zo'n 150.000 gezinnen honger als gevolg van de droogte die het land
sinds januari teistert. Maar volgens experts heeft ook de onophoudelijke
ontbossing er iets mee te maken.
De honger slaat vooral toe in het centrum en het zuiden van het land - niet
toevallig de minst ontwikkelde streken in Honduras. In die gebieden zijn ook
al veel bomen verdwenen en zijn er weinig waterreserves voorhanden. Door de
uitblijvende neerslag is de Hondurese maïsoogst op veel plaatsen mislukt;
volgens Marvin Ponce van de Coördinatieraad van Boerenorganisaties moet het
land nu voor een half miljard euro levensmiddelen importeren.
De Hondurese regering heeft een overeenkomst gesloten met het
Wereldvoedselprogramma en UNICEF voor de verdeling van noodrantsoenen en het
opzetten van voedsel-voor-werkinitiatieven in de zwaarst getroffen gebieden.
Ook de Europese Unie levert hulp. De Hondurese regering bestudeert ook de
mogelijkheid om irrigatiesystemen te financieren die vooral kleine boeren
ten goede zouden komen. En misschien zal Tegucigalpa arme boeren in de
toekomst ook helpen zich te verzekeren tegen misoogsten. Maar activisten
klagen dat de hulp te laat komt, en dat de banken tegenstribbelen.
Volgens Rigoberto Sandoval, een land- en bosbouwexpert, leiden vooral
streken waar de natuurlijke begroeiing verdwenen is onder de droogte.
Volgens officiële cijfers gaan er in Honduras elk jaar 80.000 hectaren bos
voor de bijl. Boeren hakken bomen om nieuwe akkers aan te leggen, maar ook
bosbranden en illegale houtkap richten veel schade aan. In streken zonder
bomen zakt het grondwaterpeil sneller als er niet genoeg regen valt.