Ontwikkelingslanden boos over vertraging op Klimaattop
Claudia Ciobanu
21 november 2013
De ontwikkelingslanden zijn boos over vertragingstactieken van rijke landen als het gaat om compensatie van de schade die zij lijden van de klimaatverandering. Gisteren liepen de landen van de G77+China weg uit een sessie op de Klimaattop in Warschau.
Met name de Verenigde Staten, Australië en Canada zijn tegen een apart mechanisme om klimaatschade te vergoeden aan ontwikkelingslanden. Ook de Europese Unie loopt er niet warm voor.
Vertegenwoordigers van de G77 liepen gisterennacht weg uit een vergadering omdat ze zich stoorden aan de houding van met name Noorwegen en Australië. Noorwegen vindt dat het mechanisme geen zaak is voor de VN-Raamwerkconventie inzake Klimaatverandering (UNFCCC), maar voor de veel lossere VN-Conferentie over Duurzame Ontwikkeling, Rio+20.
“De G77 heeft een heel constructief voorstel op tafel gelegd, maar tijdens deze sessie op de Klimaattop gedroegen de Australiërs zich grof en respectloos”, zegt Harjeet Singh van de niet-gouvernementele organisatie ActionAid International. “Daar komt nog bij dat Noorwegen met een voorstel kwam waarin alles werd verworpen. Ze wilden zelfs niet eens praten over sociaaleconomische schade, niet-economische schade, herstel en compensatie. Dit zijn cruciale onderwerpen. Als je het daar niet over wilt hebben, dan is er geen discussie mogelijk.”
Verantwoordelijkheid
Voor de ontwikkelingslanden is een internationaal mechanisme dat klimaatschade vergoedt, het belangrijkste agendapunt voor de Klimaattop in Warschau. De tyfoon Haiyan die eerder deze maand grote schade aanrichtte op de Filipijnen, laat zien dat sommige landen mogelijk al te maken hebben met de impact van de klimaatverandering. Daarmee zouden ze al in de zogenoemde “post-aanpassingsfase” zijn beland. Voor deze landen is financiële steun cruciaal, vinden de landen van de G77+China.
De rijkere landen aarzelen echter om zo’n belangrijk mechanisme onder te brengen bij het UNFCCC. In een Amerikaans document over de Klimaattop staat dat het mechanisme focust op “schuld en verantwoordelijkheid.” Dat wil zeggen dat rijke landen, die met hun hoge CO2-uitstoot een grotere impact op de klimaatverandering hebben, de verantwoordelijkheid moeten nemen daar een prijs voor te betalen.
Australië en Noorwegen hebben kennelijk hun bedenkingen hierover kenbaar gemaakt tijdens de sessie op de Klimaattop. De Britse onderhandelaar Ed Davey bevestigde gisteren dat zijn land zich kan vinden in de weerstand van de rijke landen. “We zijn geen voorstander van compensatie. Ik geloof dat de compensatie-analyse niet eerlijk en verstandig is. Maar dat betekent niet dat we niet bereid zijn de armste landen te helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering.”
India
De Indiase minister van Milieu, Jayanthi Natarajan, zei woensdag bij aankomst in Polen dat haar land open staat voor het tijdelijk gebruiken van het bestaande Green Climate Fund. Uit dit fonds zou klimaatschade vergoed kunnen worden totdat een goed internationaal mechanisme is opgezet.
Sinds het begin van de Klimaattop op 11 november, tonen de rijke landen al weinig enthousiasme voor een internationaal klimaatakkoord. Deze week kondigde Japan aan de doelstelling om de CO2-uitstoot met 25 procent te verminderen voor 2020, bij te stellen naar 3 procent. Australië stelde onlangs van plan te zijn een CO2-belasting te schrappen. Canada liet doorschemeren zich waarschijnlijk niet te zullen houden aan de belofte tot emissiereductie die tijdens de Klimaattop in Kopenhagen (2009) werd gedaan.