Ooggetuigenverslag staatsgreep in Niger
Baz Lecocq
25 februari 2010
Baz Lecocq van de Universiteit Gent was in Niger toen er vorige week een staatsgreep plaatsvond. 'Er gaan veel geruchten de ronde over de coup en haar plegers. Zo zouden er niet één maar meerdere coups werden beraamd door meerdere groepen officeren', schrijft hij.
De verschillende groepen zouden verdeeld geweest zijn tussen een jongere groep en een groep oudere officieren met hogere graden, waaronder de twee mannen die nu als de leiders naar voren worden geschoven: “Pele” en “Tchanga”.
Alle officieren waren bang dat president Tandja een nieuwe zuivering zou doorvoeren in de legertop, iets waar hij berucht voor was (een zuivering met Stalineske trekken van moord en verdwijning).
Het gerucht wil dat de groep jongere officieren er het eerst bij was en van plan was om de oudere officieren te arresteren. Deze hebben zich op het laatste moment aan kunnen sluiten, maar het is niet duidelijk of ze nu werkelijk de meeste invloed hebben binnen de groep.
Beschietingen vielen mee
Ook een groot deel van de Presidentiële Garde had zich al voor de coup bij de groep van staatsplegers aangesloten. Dit verklaart waarom het met de beschietingen wel meeviel (in totaal duurden de gevechten een uur of twee, van 13 uur tot 15 uur met een korte nabrander om 16 uur rond het paleis, waar ik woon).
Alleen ‘getrouwen’ vochten nog kort voor hun baas. Ook de luchtmacht was bij de coup betrokken, volgens de verhalen. Toen Tandja om luchtsteun belde stegen er inderdaad jagers op, maar louter ter ondersteuning van de staatsgreep.
Eerste minister
Ondertussen heeft de junta een eerste minister benoemd. In de straten is het rustig. Afgelopen weekend waren er manifestaties ter ondersteuning van de coup in alle grote steden door de politieke oppositie (hetgeen wordt afgekeurd door de meeste burgerbewegingen).
De meningen op de straat zijn verdeeld. Sommigen stellen dat, als de junta werkelijk voor democratie is, ze niet moet oproepen tot manifestaties om haar te steunen. Democratie is er ten slotte voor iedereen en het leger is geen politieke partij, dus die zou de zaken vakkundig moeten regelen en dan terug moeten naar de barakken.
Anderen willen helemaal geen verkiezingen omdat de politieke elite in Niger zo verdeeld is, en zo heerszuchtig, dat elke democratische periode in een coup eindigt (ook in ‘74 en ‘96 al). Ze zien liever dat het leger blijft.
Verleden van staatsgrepen
Niger kent een verleden van staatsgrepen, afgewisseld met democratisch bewind dat slecht verliep. De eerste staatsgreep was in 1974 tijdens de hongersnood. De overgang naar democratie kwam in 1992, maar de regering liep vast in een politiek duel tussen de president en de premier, leiders van twee verschillende partijen.
Een staatsgreep volgde in 1996. Juntaleider Barre beloofde weg te gaan en verkiezingen te organiseren, maar besloot te blijven. Hij werd in 1999 door een nieuwe coup door kolonel Wanke afgezet. Barre zelf werd geëxecuteerd door Wanke’s troepen door middel van vier zware machinegeweren in de Nigerijnse woestijn.
Wanke hield wel woord en organiseerde verkiezingen die de nu afgezette Tandja (ex-officier, zijn opa of oom was secretaris van de Gouverneur Generaal van Frans West-Afrika) aan de macht brachten.
Tandja heeft twee legale termijnen uitgediend en begon toen dus te morrelen. Wat de mensen hier als positief en hoopgevend ervaren, is dat de leiders van de huidige staatsgreep deel uitmaakten van de coup die Wanke organiseerde. Er is dus een kans dat ook zij woord houden en inderdaad vertrekken.