Oppositie maakt zich zorgen over nieuwe wet tegen 'extremisme'

Nieuws

Oppositie maakt zich zorgen over nieuwe wet tegen 'extremisme'

Sergei Blagov

13 juni 2002

Russische mensenrechtenorganisaties en
parlementsleden van de oppositie zijn verontrust over een wetsontwerp dat de
Russische regering moet toelaten alle vormen van extremisme in de kiem te
smoren. De tegenstanders vrezen dat de wet ook zal worden misbruikt om
stakers in het gareel te houden en critici het zwijgen op te leggen.

Voor de auteurs van het wetsontwerp dat op 6 juni in eerste lezing al werd
goedgekeurd door de Doema, is extremisme een brede verzamelterm: de
regering moet onder meer kunnen optreden tegen activiteiten ter
voorbereiding van een staatsgreep, terrorisme, het aanzetten tot
haatgevoelens uit religieuze of etnische overwegingen en het hinderen van
overheden bij de uitvoering van hun wettelijke taken.

De wet zou rechtbanken de bevoegdheid geven extremistische organisaties
buiten de wet te stellen. Dat geldt ook voor Russische afdelingen van
buitenlandse organisaties, waaronder ngo’s en religieuze gemeenschappen.
Instanties van de uitvoerende macht kunnen dergelijke organisaties voorlopig
op non-actief stellen, in afwachting van een rechterlijke uitspraak.

De regering zal ook de verspreiding van extremistische ideeën via de media
en het internet kunnen tegengaan. Media die dergelijk gedachtegoed
propageren, kunnen gesloten worden. De wet geeft de regering ook de
verregaande bevoegdheden om extremistische organisaties financieel droog te
leggen. Een en ander wordt de taak van een federale commissie voor de strijd
tegen het extremisme. De nieuwe instelling zal onder meer een gegevensbank
aanleggen met informatie over verdachte organisaties.

Volgens de Russische minister van Justitie Yuri Chaika sluit de nieuwe wet
de achterpoortjes in de bestaande wetgeving waarvan extremisten nu gebruik
maken.

Maar tegenstanders vinden dat het wetsvoorstel de regering te veel macht
geeft. Volgens Valentin Gefter, de directeur van het Mensenrechteninstituut
in Moskou, kan de wet even goed gebruikt worden tegen legitiem protest van
bijvoorbeeld stakers of milieuactivisten. Hij vindt dat de tekst sterk
afwijkt van wetten die andere landen in dit verband hebben gestemd.

Andere critici stellen dat Rusland genoeg heeft aan bestaande wetten om het
extremisme te bestrijden - die regels moeten alleen beter worden toegepast.

De communistische volksvertegenwoordiger Valentin Romanov verdenkt de
regering er zelfs van dat ze helemaal de strijd niet wil aangaan met het
extremisme - ze zou alleen haar greep op de samenleving willen versterken.
Ook het onafhankelijke parlementslid Sergei Yusjenkov denkt dat de wet
vooral moet dienen om de oppositie beter in de tang te kunnen nemen.

Hoe breed de definitie van extremisme wel is die de aanhangers van het
regeringsstandpunt hanteren, bleek vorige week toen het ontwerp in de Doema
werd besproken. Volgens de staatsomroep RTR waren de rellen die toen
toevallig in Moskou uitbraken naar aanleiding van het verlies van het
nationale elftal tegen Japan, een aanwijzing dat de nieuwe wet veel diensten
zal kunnen bewijzen.