Opschorting referendum drijft spanning ten top
Humberto Márquez
23 januari 2003
De beslissing van het Venezolaanse
hooggerechtshof om een referendum over het aanblijven van de omstreden
president Hugo Chávez voorlopig op te schorten, heeft de politieke
gemoederen in het Zuid-Amerikaanse land woensdag opnieuw het kookpunt doen
bereiken. De voorstellen die bemiddelaar en Nobelprijswinnaar Jimmy Carter
dinsdag formuleerde om een einde te maken aan de krachtmeting tussen
oppositie en regering en de staking die het land nu al 53 dagen verlamt,
worden eerder lauw onthaald.
Het referendum over de vraag: “Gaat u ermee akkoord president Hugo Chávez
te verzoeken onmiddellijk zijn ambt neer te leggen?” was door de Nationale
Kiesraad gepland voor twee februari. Het hooggerechtshof besliste woensdag
bij wijze van voorzorgsmaatregel het referendum voorlopig op te schorten,
in afwachting van een beslissing ten gronde.
Bovendien werd de Kiesraad het recht ontzegd nog andere beslissingen te
nemen in verband met verkiezingen, omdat ze een militant lid van de
oppositie heeft opgenomen waardoor het plan om een referendum te
organiseren een meerderheid kreeg. Het hooggerechtshof herinnert er in zijn
vonnis aan dat het parlement de Nationale Kiesraad moet samenstellen. Dat
moet echter gebeuren met een tweederdenmeerderheid, wat gezien de heibel
tussen oppositie- en regeringspartijen bijzonder onwaarschijnlijk lijkt.
Carter, voormalig VS-president, Nobelprijswinnaar en hoofd van de naar hem
genoemde stichting, stelde dinsdag twee alternatieve formules voor om de
onderhandelingen tussen regering en oppositie uit het slop te helpen. Het
eerste plan voorziet dit jaar nog nieuwe verkiezingen na een
grondwetswijziging om de huidige ambtstermijn van Chávez, van 2002 tot
2006, te verkorten. Het tweede wil door middel van een referendum op 19
augustus het mandaat van de president en het parlement herroepen. De
grondwet voorziet dit mechanisme om een verkozen politicus in zijn ambt te
bevestigen of af te wijzen. In beide gevallen moeten zowel Chávez als de
165 leden van het nationale parlement opnieuw naar de kiezer.
Deze scenario’s kunnen volgens Carter enkel doorgaan wanneer er een einde
komt aan de door de oppositie georchestreerde nationale staking, die
Venezuela nu al ruim anderhalve maand verlamt. Van de regering wordt
verwacht dat ze geen represailles neemt, de mensenrechten respecteert en de
openbare instellingen vernieuwt. Carter zal zijn voorstellen vrijdag
voorleggen aan de “Groep van met Venezuela bevriende naties” (Brazilië,
Chili, Spanje, de Verenigde Staten, Mexico en Portugal) die in het conflict
tracht te bemiddelen.
Wanneer oppositie en regering het eens raken over een uitweg, moeten het
parlement en het hooggerechtshof het compromis goedkeuren, aldus Carter. De
voorstellen van de Nobelprijswinnaar lopen met een boogje om het referendum
over het aftreden van Chávez, waarvoor de oppositie 1,5 miljoen
handtekeningen inzamelde. De petitieactie ging gepaard met een intense
propagandacampagne in de straten en op de private radio- en televisieomroepen.
De regering betitelde het referendum als “grondwettelijke fraude”.
President Chávez weigerde te zullen aftreden, “zelfs als negentig procent
van de bevolking dat vraagt”. Bovendien negeerde hij in afwachting van het
vonnis van het hooggerechtshof de verzoeken om geld en logistieke steun van
de Nationale Kiesraad.
Het vonnis “frustreert op onverantwoordelijke wijze de wil van miljoenen
mensen in een land dat op ontploffen staat”, zo meent oppositieleider Henry
Ramos van de sociaal-democratische Acción Democrática. “Deze overval op de
volkswil is het officiële begin van de dictatuur”, meent Julio Borges van
de rechtse partij Primero Justicia (Gerechtigheid Eerst), “Alle
overheidsorganen zijn rot, ons volgende ordewoord zal zijn: ‘iedereen moet
aftreden’”. Volgens Andrés Velásquez van de arbeiderspartij Causa Radical
blijft er geen ander alternatief dan het bijeenroepen van een
grondwetgevende vergadering, wat kan gebeuren met de handtekeningen van 15
procent van de stemgerechtigde burgers.
Nog voor het vonnis van het hooggerechtshof bekend raakte, reageerde de
oppositie eerder lauw op de voorstellen van Carter. De sociaal-christelijke
oppositieleider Eduardo Fernández zei te betreuren dat het referendum over
het aanblijven van Chávez op die manier van tafel werd geveegd. Leopoldo
Puchi van de centrum-linkse Movimiento al Socialismo had het over een
“onafgewerkt” voorstel, dat de deur niettemin op een kier zette. “Carter
heeft voor zowel de regering als de oppositie een mogelijkheid gecreëerd om
uit deze vernietigende impasse te raken”, schreef analist Teodoro Petkoff
van de krant Tal Cual.
President Chávez verzekerde dat hij geen enkele van Carters opties uitsloot
en gaf de oppositie de raad op basis van deze voorstellen aan het werk te
gaan. “Het zou een goede zaak zijn wanneer de oppositie het op die manier
probeert, in plaats van oliepijplijnen dicht te schroeven en zodoende olie
te ontzeggen aan het volk en melk aan de kinderen”. De nationale staking is
al in haar achtste week en maakt het de bevolking steeds moeilijker aan
benzine, gas, melk, maïsmeel, drank- en verzorgingsproducten te raken.